Transport >>>
Instructies voor veiligheidsgordels:
1. De heupgordel moet laag worden bevestigd over de voorzijde
van de heup, zodanig dat de hoek van de heupgordel zich
binnen de horizontale voorkeurszone van 30 tot 75 graden
bevindt.
Hoe groter de hoek binnen deze begrenzing, hoe beter, maar
de hoek mag nooit groter zijn dan 75 graden. (Fig. C)
2. De bovenlichaamgordel moet over de schouder en diagonaal
over de borst worden gedragen, zoals op de afbeelding
weergegeven. Fig. D en E.
De gordels moeten zo strak mogelijk worden gebruikt, maar
moeten altijd comfortabel zijn voor de gebruiker.
Veiligheidsnetten mogen niet gedraaid zitten tijdens gebruik.
De gordel voor het bovenlichaam moet dwars over de schouder
worden bevestigd, zoals getoond in afbeeldingen D en E.
3. De bevestigingspunten van de stoel bevinden zich aan de
binnenzijde aan de voorkant van het frame vlak boven het
zwenkwiel en aan het frame aan de achterzijde. De banden
worden rond het frame aan de zijkanten geplaatst waar de
horizontale en verticale buizen van het frame elkaar kruizen.
(Zie Fig. G-H-I)
4. Op het frame van de rolstoel wordt door middel van het
symbool voor het verankeringspunt (Fig. F) aangegeven waar
de verankeringsbanden geplaatst moeten worden. De banden
worden strak getrokken nadat de banden aan de voorzijde zijn
aangebracht om de rolstoel te borgen.
Fig. C
VOORKEURSGEBIED
Fig. D
Fig. E
94
YOUNGSTER 3
Minimaal gebruikersgewicht
Wanneer de gebruiker die wordt vervoerd een kind is dat
minder dan 22kg weegt, en het betrokken voertuig minder dan
acht (8) inzittenden heeft, wordt het aanbevolen dat het kind
wordt overgeplaatst naar een kinderzitje met veiligheidsgordels
dat voldoet aan de UN-ECE R44 regelgeving.
Dit type gordelsysteem biedt een doelmatiger gordelsysteem
dan het conventionele 3-puntsgordelsysteem. Daarbij bieden
sommige kinderzitjes ook extra ondersteunende elementen
waardoor de houding van het kind wanneer het zit, beter wordt
ondersteund.
In sommige omstandigheden kunnen de ouders of
zorgverleners overwegen om het kind in de rolstoel te laten
zitten tijdens transport, als de rolstoelinrichting het kind veel
lichaamsondersteuning en comfort biedt.
In dergelijke omstandigheden adviseren we een
risicobeoordeling te laten uitvoeren door uw medische
deskundige of andere relevante personen die over de vereiste
kennis beschikken.
Vervoer - de plaatsing van verankeringsbanden op de rolstoel
De rolstoel wordt vastgezet door middel van
verankeringsbanden aan de voor- en achterzijde. (Fig. K).
Positie van de restrictie voor om de rolstoel goed vast te zetten
en de positie om vast te zetten, (Fig. I).
Positie van de restrictie achter om de rolstoel goed vast te
zetten en de positie op de rolstoel om deze vast te zetten.
(Fig. J).
Fig. F
Fig. G
Fig. H
Fig. I
Fig. J
Fig. K