bedoelde wisser, die uit de zitting gehaald moet worden
wanneer het gat verstopt zou raken (zie volgende afbeelding)
De koelmodellen kunnen werken in de "statische" of "geventileerde"
modaliteit. De "statische" modaliteit wordt gebruikt wanneer er
levensmiddelen bewaard moeten worden die een lagere
luchtvochtigheid vereisen ten koste van de gelijkmatigheid in de cel;
daaruit volgt dat in het bovenste deel van de cel de temperatuur
hoger zal zijn, in het onderste deel zal de temperatuur lager zijn.
In de "geventileerde" modaliteit worden de waarden iets hoger gezet
en zal de gelijkmatigheid in de cel goed zijn. Om de functie
"geventileerd" in te schakelen hoeft u alleen maar op de schakelaar
te drukken die op de achterkant van het apparaat zit (DAC); als het
groene lampje brandt geeft dit aan dat de ventilator in werking is.
LET OP!
Gebruik voor het ontdooien geen ontdooispuitbussen; deze
kunnen namelijk schadelijk voor de gezondheid zijn en/of de
materialen waaruit het apparaat bestaat beschadigen.
B.1.6 LADEN VAN HET PRODUCT (voor alle modellen)
Verdeel het product gelijkmatig in de cel (met de nodige afstand tot de
deur en tot de achterwand) om een goede luchtcirculatie mogelijk te
maken. Bij de koelmodellen kunnen de roosters afgesteld worden in
verschillende standen dankzij de geleiders op de wanden van de cel.
Bedek of omwikkel de voedingsmiddelen alvorens hen in de
koelkast te zetten, en zet er geen te warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in. De deur mag niet langer dan nodig opengelaten
worden tijdens het verwijderen of opbergen van levensmiddelen.
Het wordt geadviseerd de sleutels te bewaren op een plaats
die uitsluitend toegankelijk is voor bevoegd personeel. Het is
raadzaam het apparaat altijd af te sluiten om te voorkomen dat
het door onbevoegd personeel wordt gebruikt.
Raadpleeg onderstaande tabel voor wat de aanwijzingen betreft
omtrent het maximumgewicht per schap:
MAXIMUM GEWICHT PER SCHAP
TAFEL/ONDERBOUWMODEL
LEN KOELING/VRIEZER
"V160"
SUGGESTIES VOOR KOELMODELLEN:
• Vlees (alle soorten): moet in plastic zakjes gewikkeld worden
en bij voorkeur op het onderste schap geplaatst worden. Op
deze plaats kan het gedurende maximaal een/twee dagen
bewaard worden.
• Gekookte gerechten, koude schotels, enz.: moeten goed afgedekt
worden en mogen op willekeurig welke plank gelegd worden.
• Boter en kaas: moeten in plastic of aluminium folie gewikkeld
worden om contact met de lucht te voorkomen en mogen op
willekeurig welk schap gelegd worden.
• Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien onverpakt,
mogen niet in de koelkast bewaard worden.
C.1 OMKEREN VAN DE DRAAIRICHTING
Deze apparaten worden normaliter geleverd met het scharnier van
de deur aan de rechterkant. Als u de draairichting van de deur naar
links wilt veranderen, dan moet u als volgt te werk gaan:
• Verwijder de onderste bescherming;
• demonteer het onderste scharnier;
• verwijder de deur;
• schroef de pen van het bovenste scharnier los en monteer
hem op de tegenoverliggende kant van het meubel;
• monteer de deur en het onderste scharnier weer op de
tegenoverliggende kant van het meubel;
• schroef de handgreep los en monteer hem op de
tegenoverliggende kant nadat u nadat u met een priem gaatjes
voor de dopjes hebt gemaakt.
OPMERKING: als de werkzaamheden voor het omkeren van de
draairichting van de deur voltooid zijn, op de rechterkant de kunststof
dopjes plaatsen die oorspronkelijk op de linkerkant zaten.
na afloop van het omkeren van de draairichting van de deur, moet
u zich ervan verzekeren dat de megnetische pakking perfect
aansluit op het apparaat. Als de omgevingstemperatuur laag is
kan het zijn dat de pakking niet perfect op het meubel aansluit.
Indien dit het geval is, wachten tot de pakking zich op natuurlijke
wijze herstelt of dit proces versnellen door het betreffende deel op
te warmen met een haardroger.
C.2 GEBRUIK VAN DE THERMO-
C.2.1 DISPLAY THERMOREGOLATEUR
De thermoregolateur heeft een elektronisch display met 3 cijfers,
om de waarde van de temperatuur gemeten door de sonde
weer te geven, en enkele PICTOGRAMMEN (raadpleeg afb. 2
en paragraaf C.2.4).
C.2.2 TOETSEN
De thermoregolateur bestaat uit 4 toetsen waarmee het instru-
ment bediend en geprogrammeerd kan worden.
- Multifunctionele toets "ON/OFF" en "UP"
u zowel het apparaat in- en uitschakelen als de waarden
verhogen.
- Toets "DOWN"
10 kg
worden.
- Toets "Prg/mute"
zoemer van alle alarmen.
- Toets "SET"
opgeroepen.
C.2.3 INSCHAKELING EN TEMPERATUURREGELING
Bij de inschakeling voert het instrument een lampentest uit, d.w.z.
het display en de symbolen knipperen een paar seconden om
aan te geven dat het instrument goed functioneert. Indien, op
het moment van inschakeling het instrument de temperatuur in
de cel aangeeft, is het apparaat al ingeschakeld, als de tekst
"OFF" wordt weergegeven, moet u het apparaat inschakelen
door gedurende enkele seconden de toets "ON/OFF" in te
83
VAN DE DEUR
OPMERKING:
REGULATEUR (alleen voor vriesmodellen)
hiermee kunnen de waarden verlaagd
dient voor het uitschakelen van de
hiermee kan het Setpoint worden
hiermee kunt