tegelijk.
Om alleen de binnenste ring in te schake-
len, draait u de bedieningsknop met de
klok mee in de gewenste positie. Om de
gehele kookplaat in te schakelen draait u
de bedieningsknop met de klok mee voor-
bij stand "0" en tot u een klik hoort. Draai
de bedieningsknop daarna in de gewenste
stand. Wanneer de gehele kookplaat
ingeschakeld is en u enkel de kleine bin-
nenring wilt inschakelen, draai dan de
bedieningsknop naar "0" en schakel de
kookplaat opnieuw in.
Wanneer slechts één ring, of wanneer
beide ringen ingeschakeld zijn, kunt u de
temperatuur regelen door de bedieningsk-
nop in een tussenliggende positie te
draaien, net als bij de normale en haloge-
ne kookplaten die in voorgaande paragra-
fen omschreven zijn.
Met de dubbelcircuit regelaren, mag de
bedieningsknop vanuit positie "0"
enkel met de klok mee gedraaid wor-
den. Een vergrendeling verhindert dat
de knop van "0" naar "12" gedraaid
wordt en omgekeerd.
fig. 5
RESTWARMTE-INDICATOREN
Wanneer een kookzone een temperatuur
heeft van meer dan 60±15ºC gaat de bij-
behorende
restwarmte-indicator
Deze blijft branden, ook wanneer de
bedieningsknop naar "0" gedraaid wordt,
totdat de temperatuur voldoende gezakt is.
Desondanks
moet u
betrachten met de kookzone, omdat er
een kans is, hoe klein ook, dat de res-
twarmte-indicator niet werkt en het zodo-
ende niet zichtbaar is dat de kookzone
heet is.
Om de beste kookresultaten te verkrijgen,
moeten de volgende richtlijnen gevolgd
worden:
* Gebruik pannen met een vlakke bodem,
* We adviseren het gebruik van zware
* Het gebruik van pannen met een kleine-
* Zorg dat de pannen goed gecentreerd
* Maak de panbodem droog voordat u
* Laat geen plastic voorwerp of kookgerei,
* Schuif geen pannen met hoeken of ran-
aan.
* Schakel de kookplaat nooit in zonder pan
* Kook niet in plastic pannen.
voorzichtigheid
Richtlijnen voor effectief
gebruik van de kookzones
hoe groter het oppervlaktecontact tus-
sen de pan en de glasplaat, hoe groter
de warmteoverdracht. Figuur 6 toont dat
pannen met een gedeukte of holle
bodem een kleiner contactoppervlak
hebben.
fig. 6
Goed
Fout
pannen, zodat het moeilijker is de
bodem van de pan te beschadigen.
re diameter dan die van de kookzone
wordt afgeraden.
zijn op de lijnen op de kookzone.
deze op de glaskeramische kookplaat
zet.
of aluminiumfolie op de kookplaat lig-
gen.
den over de kookplaat die het glas zou-
den kunnen beschadigen.
op de ingeschakelde kookzone.
NL
Fout
9