Voer de aansluitingen (zie onderstaande afbeeldingen):
NL
Communicatie met producten slave
Als u voorziet om één of meer producten trapsgewijs aan te sluiten op de hoofdeenheid of de hoofdeenheid wilt voorberei-
den op toekomstige aansluitingen, raadpleeg dan de onderstaande afbeelding om de communicatie tussen de hoofdeen-
heid en de cascade eenheden toe te laten.
Tegengesteld aan master
Gelijk aan master
Tegengesteld aan master
We raden u aan om kabels met verschillende kleuren te gebruiken om de aansluitingen niet te verwarren.
Opgelet: Om een apparaat als masterapparaat te kunnen configureren mag het niet zijn aangesloten op andere apparaten
die verbinding maken met de klemmenblokken Cl en C2 (zie aansluitschema).
Opgelet: Voorzie de aansluitingen tussen S l- C l en S2-C2 van markeringen om schade aan de elektronische apparaten te
voorkomen.
Configuratie van master – slave
Controleer of het masterapparaat geen andere apparaten op het klemmenblok heeft aangesloten (Cl en C2), en zet het
aan. Na de eerste 10 seconden waarin de rode LED aan blijft, zal de RESPIRO twee keer afwisselend de witte en rode led
oplichten en automatisch worden geconfigureerd als MASTER.
Pas wanneer het product als MASTER is ingesteld kunt u met de configuratie van SLAVE1 starten.
Stuur geen bevelen van de afstandsbediening naar het slave-apparaat.
Zorg ervoor dat het MASTER apparaat werkt voordat u op de "0/1"-schakelaar drukt om de volgende (SLAVE) eenheid in te
schakelen. Zo geeft u het MASTER apparaat voldoende tijd om de SLAVE-apparaten in de gewenste volgorde te configure-
ren. Druk op de 0/1-schakelaar om het SLAVE-apparaat aan te zetten (zie onderstaande uitleg).
De eenheden mogen pas worden uitgeschakeld nadat de vorige eenheid is beginnen functioneren:
1. Masterapparaat
2. Slave 1 waarvan de werking tegengesteld is aan die van de master
3. Slave 2 waarvan de werking gelijk is aan die van de master
4. Slave 3 waarvan de werking tegengesteld is aan die van de master
118