Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit ÿ indrukken.
De temperatuurindicatie gaat uit en de koelmachine
wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1.
Uitschakelen van het apparaat.
2.
Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
3.
Schoonmaken van het apparaat.
4.
Deur van het apparat open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Wanneer het apparaat in bedrijf is, vormen zich
dooiwaterdruppels of rijp op de achterwand van de
koelruimte. Omdat de achterwand automatisch
ontdooit, is het niet nodig om de rijp of de
dooiwaterdruppels te verwijderen. Het dooiwater
loopt door het dooiwatergootje en het afvoergat naar
de verdampingsbak, waar het verdampt.
Aanwijzing
Dooiwatergootje en afvoergaatje regelmatig
schoonmaken, zodat het dooiwater kan weglopen.
Ontdooien van de diepvriesruimte
De diepvriesruimte wordt niet automatisch ontdooid
omdat de diepvrieswaren niet mogen ontdooien. Een
laagje rijp in de diepvriesruimte vermindert de koude-
afgifte aan de diepvrieswaren waardoor
het stroomverbruik wordt verhoogd. Verwijder
regelmatig de laag rijp of ijs.
m
Attentie
Een laag rijp of ijs niet met een mes of een scherp
voorwerp afschrapen. U kunt hierdoor
de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden.
U gaat als volgt te werk:
Aanwijzing
Ca. 4 uur vóór het ontdooien het supervriessysteem
inschakelen, zodat de levensmiddelen een zeer lage
temperatuur bereiken en hierdoor langer bij
binnentemperatuur bewaard kunnen worden.
1.
Diepvrieswaren eruit halen en op een koele plek
bewaren.
2.
Apparaat uitschakelen.
3.
Stekker uit het stopcontact trekken resp.
de zekering uitschakelen of losdraaien.
4.
Om het ontdooiproces te versnellen een pan met
heet water op een onderzetter
in de diepvriesruimte zetten.
5.
Dooiwater met een spons of doekje afwissen.
6.
De diepvriesruimte droogwrijven.
7.
Apparaat weer inschakelen.
8.
Diepvrieswaren weer in het apparaat leggen.
103