Sunasanit 3230 BV - ref. : 972 30 05
3.4. Veiligheid ketel
Wanneer de temperatuur in het verwarmingslichaam
boven de 110° C gaat, is de ketel beveiligd door een
veiligheidsthermostaat, de kontrolelamp (kent. 7) aan
is. De voorkant van de ketel afnemen, de knop (kent. 4)
l o s d r a a i e n
e n
h e r w a p e n e n
watertemperatuur (kent. 3) opnieuw normaal geworden
is. Indien dit incident zich herhaalt, de installateur
verwittigen.
3.5. Veiligheid brander
Wanneer het kontrolelampje (kent. 6) van de brander
a a n g a a t ,
w o r d t
d e z e
veiligheidssysteem geblokkeerd.
-
De voorkant afnemen.
-
Op de lichtdruktoets (kent. 8) drukken om de brander
opnieuw in te schakelen.
Indien dit incident zich herhaalt, het volgende
kontroleren :
-
De kraan van de voedleiding openen is.
-
Het stookolieniveau in de tank kontroleren ; indien dit
normaal is, de filter reinigen die op de leiding staat.
A l s d e b r a n d e r d a n n o g n i e t g a a t , n a d a t h i j
heringeschakeld is geworden, de chauffagist roepen.
3.6. Stopzetten van de ketel en de brander
In geval van een korte stilstand : de funkties schakelaar
van het bedieningsbord op " O " zetten.
In geval van een lange stilstand : de hoofdschakelaar
v a n
d e
v e r w a r m i n g
brandstoftvoeding sluiten.
Wanneer er vorstgevaar is, de installatie ledigen.
Gebruiksaanwijzing "1042"
w a n n e e r
d e
l a a t s t e
d o o r
z i j n
u i t s c h a k e l e n
e n
d e
3.7. Ledigen van de ketel
De aftapkranen bovenaan de installatie en de
ledigingskraan van de ketel (kent. 15 et 13, fig. 25) en
de ontluchter van de boiler (kent. 14, fig. 25) openen.
3.8. Ledigen van de boiler
De ledigingskraan van de boiler (kent. 13, fig. 25)
openen
3.9. Regelmatige kontrole
•
Gedurende de werking van de ketel mag er in de
stookruimte geen rook uit de ketel of het rookkanaal
ontsnappen.
•
Het mazoutverbruik en de staat van de mazouttank
moeten regelmatig gekontroleerd worden teneinde
een lek dadelijk op te sporen.
•
Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen.
•
In geval van abnormale werking, de elektrische
voeding uitschakelen, de mazoutkraan sluiten en
onmiddellijk Uw installateur raadplegen.
3.10. Onderhoudsinstrukties
De onderhoudsoperaties moeten regelmatig gedaan
w o r d e n
t e n
e i n d e
verwarmingsinstallatie in alle veiligheid te waarborgen.
De stookketel en de brander moeten 1 tot 2 keren per
jaar gereinigd en gekontroleerd worden en dit volgens
de gebruiksomstandigheden.
Dit onderhoud dient uitgevoerd te worden door een
vakman, die tevens de veiligheidselementen van de
ketel en de installatie zal kontroleren.
De muurdoorvoerpijp aanvoerleiding moet 1 maal per
jaar door een vakman gereinigd worden.
Instructies voor de gebruiker
d e
w e r k i n g
v a n
d e
17