Nederlands
4. Sluit de andere zijde van de slang aan op
de gastoevoer van de kachel.
5. Indien de kachel wordt voorzien van een
ruimtethermostaat, sluit deze aan op de
daarvoor bestemde aansluiting (C) van
het bedieningspaneel, zie fig. 7. Deze
aansluiting is standaard voorzien van een
steker waarop de contacten zijn
doorverbonden.
6. Voor het aansluiten van een buitenlucht
toevoer, zie hoofdstuk 9.
3.3
Voorbereiden voor opstarten
1. Zet de keuzeschakelaar op stand 0.
2. Steek de steker in de contactdoos.
Draai de steker in de contactdoos
om, indien de rode controlelamp (fig.
7A) op het bedieningspaneel brandt.
De steker moet altijd bereikbaar zijn.
3.4
Opstarten
Verwarmen:
1. Draai de afsluiter op de gastoevoer open.
2. Druk op de knop van de
slangbreukbeveiliging.
3. Zet de keuzeschakelaar (fig. 7E) op de
stand 1.
4. Stel de capaciteit in met behulp van de
regelaar op de gasaansluiting (zie grafiek
in appendix B).
Ventileren:
1. Zet de keuzeschakelaar (fig. 7E) op de
stand 2.
4
GEBRUIK
4.1
Tijdens bedrijf
Heet
Raak de uitblaasopening niet aan!
De uitblaasopening wordt heet tijdens
bedrijf!
4.2
Uitschakelen
1. Zet de keuzeschakelaar (fig. 7E) op de
stand 0.
2. Draai de afsluiter op de gastoevoer dicht.
10
5
5.1
Als de kachel voor langere tijd opgeslagen
wordt:
1. Schakel de kachel uit.
2. Sluit de gastoevoer af.
3. Neem de netspanningssteker uit de
contactdoos.
4. Reinig de kachel.
5.2
Registreer na elk winterseizoen het
onderhoud in de tabel achterin dit boek.
Verwijder het onderste deel van de kap voor
het plegen van onderhoud aan inwendige
onderdelen.
40.020.947 - rev. 01 - 2007
ONDERHOUD
Algemeen
Onderhoudstabel
WAARSCHUWING
Sluit de gastoevoer af en haal de
steker uit de contactdoos bij
werkzaamheden aan de kachel.
Heet
Raak de uitlaat en de branderkamer
niet aan!
Wacht met het onderhoud totdat
deze zijn afgekoeld.
GA 42-60-85-110