q
w
z x c v
q
e
r
w
t
e
w
y
u
i
Stopsteek
q Steekpatroon:
w Spanning op bovendraad:
e Naaivoetje:
• Beginnen met naaien
z Trek de knoophouder q naar achteren.
x Plaats het kledingsstuk onder het voetje. Druk de toets
voor naald omhoog/omlaag twee keer in. Verwijder de stof
naar links, zodat beide draden onder het voetje worden
getrokken.
c Breng het naaivoetje omlaag. Start de machine.
De machine naait aanhechtsteken, naait 16 rijen stopsteken,
naait weer afhechtssteken en stopt automatisch.
v Draai de stof om en herhaal dit.
q Knoophouder
w Opening
e 2 cm
r 0,7 cm
• Naaien van korter stopwerk
Om stopwerk korter dan 2 cm te naaien, dient u nadat u de
gewenste lengte heeft genaaid de machine eerst stop te zetten y,
en dan de achteruitnaaitoets in te drukken t.
De gewenste lengte y is bepaald.
Start de machine weer en ga verder met naaien tot de machine
automatisch stopt.
t Achteruitnaaitoets
y Vereiste lengte
u Beginpunt
• Stopje van dezelfde maat naaien
Start de machine om een ander stopje van dezelfde maat te
naaien.
• Afstellen van oneven stopwerk
Stel de gelijkmatigheid van een stopje als volgt af:
Druk op de cursortoetsen
onder de waarde "d5" i (standaardinstelling).
Wanneer de rechterzijde van het stopje lager is dan de
linkerzijde, druk op de toets om de
stellen en het stopje regelmatig te maken.
Wanneer de linkerzijde van het stopje lager is dan de
rechterzijde, druk op de toets om de
te stellen en het stopje regelmatig te maken.
64
27
3 tot 6
Automatisch-
knoopsgatvoetje R
om de cursor te verplaatsen tot
waarde op "d6 - d9" in te
waarde op "d1 - d4" in