meerde track. Daarbij worden deze tracks auto-
NL
matisch gemengd.
B
7) Er wordt niet alleen gemengd, als u naar een
geprogrammeerde track springt, maar ook als u
door de knop TRACK/ ENTER naar rechts te
draaien naar een andere track springt.
8) Als u de mengfunctie wenst uit te schakelen,
houdt u de toets NEXT TRACK opnieuw inge-
drukt tot het mengsymbool (k) verdwijnt. De
geselecteerde mengtijd blijft daarbij opgeslagen.
5.5
De bedrijfsmodus kiezen
Selecteer de gewenste bedrijfsmodus met de toets
CONT. (32). De ingestelde modus wordt in de eerste
regel (c) van het display aangeduid:
Normal = weergave van alle tracks van de cd of van
alle tracks in de geselecteerde map; na de laatste
track schakelt het apparaat in pauze
Auto CUE = afspelen van een individuele track*; na
elke afgespeelde track schakelt het apparaat in
pauze
Continue = continu herhaling van alle tracks van de
cd of van alle tracks in de geselecteerd map
Repeat = continu herhaling van de huidige track
*Het afspelen van een individuele track is speciaal
voorzien voor DJ-toepassingen. Na het inlezen van
de muziekgegevensdrager of het selecteren van
een track staat het apparaat in de pauzestand exact
op de plaats, waar de muziek begint (en niet bij de
tijdsindex 0:00:00). Deze plaats wordt automatisch
als beginpunt (Cue-punt) opgeslagen; op het display
wordt dit aangegeven door de melding CUE (i).
Na het starten van de track met de toets
kunt u met de toets BOP (13) of de toets CUE (14)
naar dit beginpunt terugkeren. Na het afspelen van
een track schakelt de cd-speler in pauze precies op
de plaats, waar de muziek van de volgende track
begint. Deze plaats wordt dan als het nieuwe begin-
punt opgeslagen.
E
FADER TIMER
1 .
0 SEC
2 . 1 SEC
3 . 2 SEC
4 . 3 SEC
Fig. 10 Submenú para el tiempo de crossfading
3) Gire el control para seleccionar el tiempo de
crossfading y pulse el control para confirmar. El
visualizador vuelve al menú principal.
4) Pulse el botón MENU o BACK (4) para volver a la
visión de visualización estándar.
5) Para activar la opción de crossfading, mantenga el
botón NEXT TRACK pulsado hasta que el visuali-
zador muestre el símbolo de crossfading (k).
6) Preseleccione una pista y vaya a la pista prese-
leccionada mientras se repite otra pista. El apa-
rato hará el crossfading entre estas pistas auto-
máticamente.
7) El crossfading no solo se efectúa cuando el apa-
rato pasa a una pista preseleccionada sino que
también lo hace cuando el control TRACK/
ENTER se gira en el sentido de las agujas del
reloj para pasar a otra pista.
8) Para desactivar la opción de crossfading, man-
tenga el botón NEXT TRACK pulsado hasta que
desaparezca del visualizador el símbolo de
crossfading (k). Se memoriza el tiempo de cross-
fading seleccionado.
5.5
Selección del modo de funcionamiento
Seleccione el modo de funcionamiento con el botón
CONT (32). El modo ajustado se muestra en la pri-
mera línea (c) del visualizador:
Normal = repetición de todas las pistas del CD o de
todas las pistas en la carpeta seleccionada; des-
pués de la última pista, el aparato se queda en
pausa
38
5.5.1 Relaisbedrijf
Als er een tweede CDMP-700USB op de jack RELAY
(43) is aangesloten (
hoofdstuk 4), kunnen beide
apparaten automatisch afwisselend worden gestart.
1) Schakel de apparaten met de toets RELAY (8)
naar relaiswerking. In de onderste regel (r) van
het display wordt kort RELAY ON weergegeven,
en de toetsen RELAY worden verlicht.
2) Selecteer met de toetsen CONT. (32) de bedrijfs-
modus van beide apparaten:
"Normal", als het andere apparaat na het afspe-
len van de cd of van alle tracks in de geselec-
teerde map moet starten of
"Auto CUE", als na het afspelen van een track het
andere apparaat moet starten.
3) Start op een apparaat het afspelen met de toets
(15). Het andere apparaat moet in de pauze-
stand zijn geschakeld (melding ).
Als de track, de cd of de map tot het einde is
afgespeeld (naargelang de bedrijfsmodus), scha-
kelt het apparaat naar pauze en start het andere
apparaat met afspelen. Deze procedure blijft zich
herhalen tot de relaiswerking wordt uitgescha-
keld. (Om de relaiswerking uit te schakelen, drukt
u op de toets RELAY drukken.)
4) Bij het apparaat dat in de pauzestand staat, kunt
u op elk moment de muziekgegevensdrager ver-
anderen.
5) Om het afspelen handmatig van het ene apparaat
naar het andere te wisselen, drukt u op de toets
van het apparaat dat aan het afspelen is.
5.6
Een track kort voorbeluisteren
(15),
Met de toets CUE (14) kunt u een track kort voorbe-
luisteren, zolang deze toets wordt ingedrukt. Na los-
laten van de toets keert het apparaat terug naar het
begin van de track en schakelt het in pauze.
1) Schakel met de toets
stand.
Auto CUE = repetición de una pista*; después de
cada pista reproducida, el aparato se queda en
pausa
Continue = repetición continua de todas las pistas
del CD o de todas las pistas en la carpeta selec-
cionada
Repeat = repetición continua de la pista actual
*La repetición individual de pista se incluye espe-
cialmente para aplicaciones DJ. Después de leer en
el porta-datos musical o después de seleccionar
una pista, el aparato se pone en pausa justo en el
punto donde empieza la música (no en el el índice
de tiempo 0:00:00). Este punto se memoriza auto-
máticamente como punto de inicio (punto Cue); se
muestra con la indicación CUE (i) en el visualizador.
Después de empezar la pista con el botón
es posible volver a este punto de inicio con el botón
BOP (13) o con el botón CUE (14). Después de
repetir una pista, el aparato se coloca en pausa
exactamente en el punto en el que empieza la
música de la siguiente pista. Este punto se memo-
riza como un nuevo punto de inicio.
5.5.1 Modo relé
Con un segundo CDMP-700USB conectado a la toma
RELAY (43) [
apartado 4], los dos aparatos pue-
den iniciarse alternativamente de modo automático.
1) Pase los aparatos a modo relé con el botón
RELAY (8). La última línea (r) del visualizador
indica brevemente RELAY ON y los botones
RELAY se iluminan.
2) Seleccione el modo de funcionamiento de los dos
aparatos con los botones CONT. (32):
"Normal"; para iniciar el otro aparato después de
repetir el CD o todas las pistas de la carpeta
seleccionada o
"Auto CUE"; para iniciar el otro aparato después
de repetir una pista.
3) Empiece la repetición en uno de los aparatos con
el botón
(15). El otro aparato tiene que estar
en pausa (indicación
2) Selecteer de gewenste track met de knop
TRACK / ENTER (5).
3) Door de toets CUE ingedrukt te houden, kunt u
de track kort voorbeluisteren.
4) Wenst u de track te starten, druk dan op de
toets
5.7
Om snel vooruit / achteruit te zoeken, maakt u ge-
bruik van de toetsen SEARCH
Om snel vooruit te zoeken, houdt u de toets
ingedrukt, om snel achteruit te zoeken de toets
Door tegelijk het draaiplateau te draaien (27), wordt
het vooruit / achteruit zoeken versneld.
Tips
a) In de pauzemodus wordt de huidige plaats na het voor-
uit of achteruit zoeken continu herhaald. Om deze te
beëindigen, drukt u ofwel tweemaal kort op de toets
CUE (14) [nieuw Cue-punt wordt geplaatst, hoofd-
stuk 5.9.2], of start het afspelen met de toets
b) Bij mp3-bestanden kunt u slechts tot het begin van een
track achteruit zoeken.
5.8
U kunt een plaats in een track tot op 1 frame (
nauwkeurig opzoeken, als u b.v. het afspelen niet
vanaf het begin van de track, maar vanaf een
bepaalde plaats wenst te starten.
1) Als de gewenste plaats door afspelen van de
track of met de functie Snel vooruit / achteruit zoe-
ken (19) ongeveer is bereikt, schakelt u met de
toets
2) Door het draaiplateau (27) naar links en rechts te
draaien, zoekt u de plaats nauwkeurig op. Daar-
bij wordt de huidige plaats continu herhaald.
3) Als de gewenste plaats is ingesteld, drukt u twee-
maal kort op de toets CUE (14). Daarmee is de
plaats opgeslagen en het herhaald afspelen be-
(15) naar de pauze-
ëindigd. Met de toets
vanaf deze plaats starten.
(según el modo de funcionamiento), el aparato se
pone en pausa y el otro aparato empieza. Este
procedimiento se repite hasta que se desactiva el
modo relé. (Para desactivar este modo, pulse el
botón RELAY.)
4) En el aparato en pausa, el porta-datos musical
puede cambiarse en cualquier momento.
5) Para el cambio manual de la repetición de un
aparato al otro, pulse el botón
con la repetición activa.
5.6
Para la repetición breve del inicio de una pista, man-
tenga pulsado el botón CUE (14). Después de soltar
(15),
el botón, el aparato vuelve al inicio de la pista y se
pone en pausa.
1) Ponga el aparato en pausa con el botón
2) Seleccione la pista con el control TRACK/
ENTER (5).
3) Mantenga pulsado el botón CUE para la repeti-
ción breve del inicio de una pista.
4) Utilice el botón
5.7
Para el avance/retroceso rápido, utilice los botones
SEARCH
mente mantenga pulsado en botón
avance/retroceso aumenta cuando se gira el jog
wheel (27) al mismo tiempo.
Notas
a) En el modo pausa, el punto actual se repite constante-
mente después un avance o retroceso rápido. Para
parar, pulse brevemente dos veces el botón CUE (14)
[se ajusta un nuevo punto Cue, apartado 5.9.2] o bien
empiece la repetición con el botón
b) Para archivos MP3, la opción de retroceder sólo es
).
posible al inicio de una pista.
.
Versneld vooruit en achteruit zoeken
en
Een bepaalde plaats in
een track precies opzoeken
(15) naar de pauzestand.
kunt u nu het afspelen
Al final de la pista, del CD o de la carpeta
en el aparato
Repetición corta de inicio de pista
para repetir la pista.
Avance
/
Retroceso rápido
y
(19). Para avanzar rápida-
para retroceder rápidamente. La velocidad de
(15).
(19).
.
(15).
1
/
sec)
75
(15).
y el botón