5) Met de toets BACK kunt u van een submenu
NL
terug naar het hoofdmenu springen en vanuit dit
B
menu terug naar de standaard displayweergave
(fig. 1). Met de toets MENU schakelt u direct
terug naar de standaard displayweergave.
5.2
Track afspelen
Na het laden van een cd of het omschakelen naar
een andere signaalbron is steeds de eerste track op
de muziekgegevensdrager geselecteerd. Op het
display verschijnt het tracknummer (a) in de tweede
regel. Daarboven wordt het aantal tracks (b) op de
cd resp. in de geselecteerde map aangegeven.
1) Druk op de toets
(15) om de eerste track te
starten. Om met een andere track te beginnen,
draait u met de knop TRACK / ENTER (5) om de
track te selecteren en drukt u op de toets
dens het afspelen wordt op het display het sym-
bool
(g) weergegeven.
2) Het afspelen kan op elk moment met de toets
worden onderbroken. Op het display verschijnt
het pauzesymbool in de plaats van het symbool
. De toetsen
en CUE (14) knipperen. Druk
opnieuw op de toets
Opmerking: Als het starten of stoppen van het afspe-
len geremd gebeurt, dan staat de regelaar START (6)
of BRAKE (7) niet in de stand MIN (
3) Om naar een andere track om te schakelen,
draait u met de knop TRACK / ENTER. Het appa-
raat springt onmiddellijk naar deze track. Andere
mogelijkheden om een track te selecteren vindt u
in hoofdstuk 5.4.
4) Wenst u een andere cd te laden, schakel dan
eerst met de toets
in pauze, anders kunt u de
cd-lade niet met de toets
5) Sluit steeds de cd-lade met de toets , alvorens
het apparaat uit te schakelen; zo vermijdt u dat
het laseraftastsysteem vuil wordt. Schakel het
apparaat in met de schakelaar POWER (45).
3) Gire el control TRACK/ENTER para seleccionar
E
la fuente de señal:
CD = drive CD-ROM
USB = medio de almacenamiento USB
mediante la conexión MEMORY
DEVICE (38)
HID = ordenador mediante la conexión
COMPUTER (39),
Nota: La fuente actual no puede seleccionarse en el
menú.
4) Pulse el control TRACK/ENTER para cambiar de
fuente de señal.
El botón MENU permite volver al menú princi-
pal si no hay ningún medio de almacenamiento
conectado cuando se selecciona USB o si no hay
ningún CD insertado cuando se selecciona CD.
Cuando se selecciona HID y el ordenador no
está conectado, puede abortarse el intento de
conexión mediante el botón BACK (4).
5) El botón BACK permite volver de un submenú al
menú principal y de éste a la visión de visualiza-
ción estándar (fig. 1). El botón MENU permite vol-
ver directamente a la visión de visualización
estándar.
5.2
Repetir una pista
Después de insertar un CD o de pasar a otra fuente
de señal, se selecciona siempre la primera pista del
porta-datos musicales. El visualizador muestra el
número de pista (a) en la segunda línea. El número
de pistas (b) en el CD o en la carpeta seleccionada
se indica encima.
1) Pulse el botón
(15) para iniciar la primera
pista. Para empezar con una pista diferente, gire
el control TRACK/ENTER (5) para seleccionar la
pista y pulse el botón
el visualizador muestra el símbolo
2) La repetición puede interrumpirse en cualquier
momento con el botón
trará el símbolo de pausa
36
5.3
In de basisinstelling na het inschakelen verschijnt op
het display:
1. het aantal tracks (b) op de cd of in de geselec-
teerde map
2. het nummer van de geselecteerde track (a)
3. de resterende speeltijd van de geselecteerde
track: numeriek (n) en grafisch (m); de seconden
zijn in 75 zogenaamde frames ingedeeld
Met de toets TIME (31) kunt u naar de weergave
van de speeltijd schakelen. De weergavemodus
wordt in de tweede displayregel (d) aangegeven:
Each remain = resterende speeltijd van de track
. Tij-
Elapsed = reeds verstreken speeltijd van de track
Total remain = resterende speeltijd van de volle-
dige cd (niet mogelijk in de mp3-modus)
4. In de voorlaatste regel (p) verschijnt
— bij gewone audio-cdʼs de naam van de track
om verder af te spelen.
— bij mp3-bestanden de bestandsnaam
hoofdstuk 6.1).
(30) openen.
5. Bij muziekgegevensdragers met meerdere map-
pen wordt de naam van de geselecteerde map in
de derdelaatste regel op het display (o) aange-
duid. Bij bestanden in de hoofdindex (zonder
map) wordt de naam "Root" weergegeven.
Los botones
el botón
Nota: Si el inicio o la pausa de la repetición se frena,
el control START (6) o BRAKE (7) no está colocado en
MIN (
3) Para pasar a otra pista, gire el control TRACK/
ENTER. El aparato irá directamente a esta pista.
Pueden encontrarse más métodos para seleccio-
apartado 8
nar pistas en el apartado 5.4.
4) Para insertar otro CD, ponga primero el botón
en pausa, sino, la bandeja de CD no puede
abrirse con el botón
5) Antes de desconectar el aparato, cierre siempre
la bandeja de CD con el botón
lector láser de impurezas. A continuación desco-
necte el aparato con el interruptor POWER (45).
5.3
En el ajuste básico después de conectarse, el visua-
lizador muestra:
1. El número de pistas (b) en el CD o en la carpeta
seleccionada
2. El número de la pista seleccionada (a)
3. El tiempo restante de la pista seleccionada,
numéricamente (n) y gráficamente (m); los
segundos se dividen en 75 supuestos frames
Con el botón TIME (31), se pasa a indicar el
tiempo de reproducción. El modo de indicación se
muestra en la segunda línea de visualización (d):
Each remain = tiempo restante de la pista
Elapsed = tiempo reproducido de la pista
Total remain = tiempo restante del CD entero
(no es posible en modo MP3)
. Durante la repetición,
(g).
4. La penúltima línea (p) muestra
— El título de pista para CDs de audio estándar
. El visualizador mos-
en vez del símbolo
.
Het tracknummer, de speeltijd,
het aantal beats per minuut en
de rustmodus weergeven
(Bij cdʼs zonder cd-tekst wordt het tracknum-
mer weergegeven, b.v. "Track 01".)
Met de toets TITLE (37) kunt u andere infor-
matie (ID3-tags) opvragen in de displayregel:
[Title]*
= tracknaam
[Album] = naam van het album
[Artist]* = naam van de artiest / uitvoerder
[File]*
= bestandsnaam
*wordt in de onderste displayregel (r) kort aangeduid
Als er geen informatie beschikbaar is, ver-
schijnt een vraagteken, b.v. "Album?"
y CUE (14) parpadearán. Pulse
otra vez para continuar.
apartado 6.1).
(30).
para proteger el
Indicación del número de pista, tiempo
de reproducción, pulsaciones por
minuto y modo Sleep
(para CDs sin texto CD, el número de pista se
indica, p. ej. "Track 01".)
5.3.1 Grafische weergave van de speeltijd
Bovenop de numerieke weergave van de speeltijd
(n) stelt de bargrafiek(m) de tijdsaanduiding met zijn
lengte grafisch voor. De bargrafiek geeft de laatste
30 seconden van een track aan door over de volle-
dige lengte te knipperen. Tijdens de laatste 15 se-
conden gaat de bargrafiek sneller knipperen.
5.3.2 De beatteller
Na het selecteren van een track, berekent de beat-
teller automatisch het aantal beats per minuut. Na
korte tijd verschijnt het aantal onderaan rechts op
het display (q). Als de beatteller geen correcte
waarde kan berekenen (b.v. bij tracks met weinig
beats), schakel dan naar manuele modus:
1) Druk enkele keren op de toets BPM volgens het
ritme van de muziek, zodat het aantal beats wor-
den weergegeven. Daarbij verdwijnt de letter A
vóór de opgegeven waarde (A staat voor Auto-
matisch).
2) Om terug te schakelen naar de automatische tel-
modus, houdt u de toets BMP ingedrukt tot de A
opnieuw vóór de waarde wordt weergegeven.
5.3.3 Rustmodus
Als het apparaat langer dan 30 minuten in de pauze-
stand staat, schakelt het naar de rustmodus, om zo
het laseraftastsysteem te ontzien. Op het display ver-
schijnt SLEEP (slaap) en alle oplichtende toetsen
gaan uit. Door op een willekeurige toets te drukken,
keert het apparaat terug naar de vorige bedrijfsmodus.
5.4
Een track selecteren
Om naar de volgende track of een van de tracks
daarna te springen, draait u de knop TRACK /
ENTER (5) naar rechts. Om naar het begin van de
geselecteerde track terug te springen, draait u de
knop één stap naar links. Als u de knop verder naar
links draait, keert het apparaat terug naar de track
daarvoor. Om tracks in andere mappen te selecte-
ren, moet u de tracklijst oproepen.
— El nombre de archivo para archivos MP3
Con el botón TITLE (37), esta línea de informa-
ción pasa a más información (etiquetas ID3):
[Title]*
= pista
[Album]* = nombre del álbum
[Artist]* = artista
[File]*
= archivo
*se muestra brevemente en la última línea de vi-
sualización (r)
Si no hay información disponible, aparecerá
un interrogante, p. ej. "Album?".
5. Para porta-datos musicales con varias carpetas,
el nombre de la carpeta seleccionada se indica
en la antepenúltima línea (o). Para archivos en el
directorio principal (sin carpetas), aparecerá
"Root" como nombre.
5.3.1 Barra gráfica
Además de la indicación numérica del tiempo (n), la
barra gráfica (m) indica el tiempo de reproducción
gráficamente mediante su longitud. Los últimos 30
segundos de una pista se indican con la barra grá-
fica parpadeando en su longitud total, los últimos 15
segundos parpadea más rápidamente.
5.3.2 Contador de pulsaciones
Después de seleccionar una pista, el contador de
pulsaciones determina automáticamente el número
de pulsaciones por minuto. Pasado un rato, el
número aparecerá en la esquina inferior derecha del
visualizador (q). Si el contador de pulsaciones no es
capaz de determinar un valor útil (p. ej. en pistas de
música calmadas), pase al modo manual:
1) Pulse brevemente el botón BPM (29) varias
veces al ritmo de la música de modo que el
número de pulsaciones se indique. Cuando se
hace esto, la letra A delante del valor indicado
desaparece (A de automático).
2) Para volver al modo contador automático, man-
tenga pulsado el botón BPM hasta que vuelva a
aparecer la A.