3
B
ESCHRIJVING VAN HET MODELVOERTUIG
Differentieel
Compensatiedrijfwerk. Compenseert verschillende toerentallen tussen bv. de wielen in binnen- en buitenbochten.
Fusee
Daarin draait de wielas. Aan de voorste fusees zijn de stuurhevels.
Fuseepen
Stuuras van het wiel. Verbindt de fusee draaibaar met de fuseedrager (tussen bovenste en onderste wieldraagarm).
Gasklepaanslagschroef
Regelt de minimum luchttoevoer naar de carburateur in de stationair.
Gas/remservo
De servo stuurt zowel de carburateurschuif als de schijfremmen.
Hoofdsproeier
Regelt de brandstoftoevoer naar de carburateur.
Luchtfilter
De luchtfilter is van schuimplastic en verhindert dat stof en verontreinigingen via de aanzuigopening in de carburateur en de motor binnendringen.
Ontvanger
Ontvangt en „vertaalt" de stuursignalen van de afstandsbedieningszender (richting en intensiteit) voor de servo en de rijregelaar. Het ontvangerkristal
dat op het zenderkristal afgestemd is zorgt voor een perfecte communicatie tussen de zender en ontvanger. De zender- en het
ontvangerkristal zijn zo op elkaar afgestemd dat de signalen van parallel gebruikte zenders geen invloed op de ontvanger (en het modelvoertuig)
hebben.
RC-model
„Radio Controlled", om precies te zijn: „Remote Controlled" modelvoertuig.
Resonantiegeluidsdemper
De resonantiegeluidsdemper zorgt enerzijds voor de geluidsdemping en anderzijds voor een optimale ontwikkeling van het vermogen van de motor.
Schokbrekers
Van stootwerende kunststof. Voor een uitstekende demping bij frontale botsingen.
De achterste schokbreker is tegelijkertijd een handige draaggreep.
Schokdempers
De schokdempers bestaan uit vier schroefveren met telkens een cilinder met een zuiger en een zuigerstang in het centrum. De veren dempen het
uitsturen van de ashelften als er over bodemoneffenheden gereden wordt. Het in- en uitveren wordt afgeremd door de zuiger in het centrum van de
schroefveren.
De schokdempers zijn tussen de demperbruggen vooraan en achteraan en de onderste wieldraagarmen bevestigd.
Schuifcarburateur
Door de „gasschuif" te verschuiven wordt de luchtoevoer naar de motor geregeld. Tegelijkertijd wordt de conische naald van
een naaldafsluiter (stationairsproeier) verschoven en wordt dus de door de carburateur stromende hoeveelheid brandstof
veranderd.
Servo
Servomotor diens as in een beperkte hoek in twee richtingen draait en mechanisch (via hevels) een stuurfunctie uitvoert.
Servohevel (servoarm)
Hevel, schijf of kruis (met 4 stuurhevels) die de draaibeweging van de servomotor via stuurhevels overdraagt.
Servo reverse schakelaar
(aan de afstandsbedieningszender). Draait de draairichting van de servo (dus de rijrichting) om.
Servosaver
Extra verende verbinding tussen stuurservo en spoorstang. Plotselinge harde klappen op de gestuurde wielen worden via deze verbinding gedempt en
niet direct in de servo gevoerd.
93
© REELY 01/08