figure 12.2.f
11
8
12
figuur 12
7
6
5
figuur 12.2.g
figuur 12.2.h
figuur 12.2.i
Warmtewisselaar
-
controleer de warmtewisselaar op vervuiling. Reinig deze, indien nodig, met een
zachte borstel en een stofzuiger. Voorkom dat eventuele vervuiling naar beneden
valt.
Het van bovenaf doorspoelen, met water door de wisselaar, is niet toegestaan.
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Let tijdens montage op het juist positioneren van de knevelstangen. Deze die-
nen verticaal te staan.
Ontstekingselektrode
Het vervangen van de ontstekingselektrode is noodzakelijk als de pennen versleten zijn.
Als het kijkglas beschadigd is moet de gehele ontstekingselektrode vervangen worden.
Vervanging gaat als volgt:
-
neem de stekkerverbindingen op de ontstekingelektrode weg;
-
druk de clips aan weerszijden van de elektrode naar buiten en neem de elektrode weg;
-
verwijder en vervang de pakking.
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Sifon en condensbak (zie fig. 12.2.g - i)
-
draai de inbusbout (5) van de sifon (6) los en trek de sifon uit de condensbak;
Controleer de sifon op vervuiling. Indien er geen sterke vervuiling aangetroffen wordt
in de sifon is het niet noodzakelijk de condensbak te demonteren of te reinigen. Indien
de sifonbeker sterke vervuiling vertoont moet ook de condensbak gereinigd worden;
-
controleer de O-ringen van de sifonbeker en vervang deze indien noodzakelijk;
-
reinig de delen door deze te spoelen met water;
-
vet de O-ringen opnieuw in met zuurvrij O-ringvet om het monteren te vergemakkelijken;
-
indien er lekkage is opgetreden aan de sifon, vervang dan de complete sifon;
-
verwijder de stekker van de eventuele aanwezige rookgassensor;
-
verwijder de linker (7) en rechter (8) korte knevelstang door deze een kwartslag te
draaien. Let hierbij op de draairichting (rode controlenokjes);
-
trek nu de knevelstangen naar voren en onder de condensbak vandaan;
-
schuif de uitlaatpijp (11) ongeveer 1 cm naar boven;
-
druk nu de condensbak (12) voorzichtig naar beneden en neem deze naar voren weg;
-
vervang de condensbakpakking door een nieuwe;
-
reinig de vervuilde condensbak met water en een harde borstel;
-
controleer de condensbak op lekkages.
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Let tijdens het monteren van de condensbak op dat de pakking geheel rondom afsluit.
Let tijdens montage op het juist positioneren van de knevelstangen. Deze die-
nen verticaal te staan.
Vervang tijdens een onderhoudsbeurt altijd de pakkingen van losgenomen on-
derdelen.
Neem de ketel weer in bedrijf en voer een rookgasanalyse uit (zie pag.26).
Plaats na (onderhouds-)werkzaamheden altijd de mantel terug en borg de man-
tel met de schroeven A, B, C en D.
45