1
Inleiding
2
Regelgeving
4
Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire on-
derhoud van het ATAG Low Energy Concept (ALEC).
Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die ALEC installeren en
in gebruik stellen.
Lees ruim voor aanvang van installatie van de ketel dit installatievoorschrift goed door.
Voor gebruikers van ALEC is een aparte gebruikshandleiding bij de ketel geleverd.
ATAG Verwarming is niet aansprakelijk voor gevolgen die voortvloeien uit ingeslopen
fouten of onvolkomenheden in het installatievoorschrift en de gebruikshandleiding.
Tevens behoudt ATAG Verwarming zich het recht voor om haar producten te wijzigen
zonder voorafgaande mededeling.
Geef de klant bij oplevering van de installatie duidelijke instructies over het ge-
bruik van ALEC en overhandig daarbij de gebruikshandleiding en garantiekaart
aan de klant.
Elke ketel is voorzien van een typeplaat. Verifieer aan de hand van de gegevens op deze
typeplaat of de ketel voldoet aan de situatie waarin het geplaatst moet worden, zoals
gassoort, netvoeding en afvoerklasse.
Eventuele relevante installatievoorschriften en/of gebruikshandleidingen:
- ATAG SolarCollector
II
- Gebruikshandleiding ALEC
Voor installatie van de ATAG A gelden de volgende regels:
-
Belgische norm NBN D30.003, NBN D51-003 en NBN B61-002;
-
Voorschriften van het Algemene Reglement voor de
Elektrische Installaties (A.R.E.I.);
-
Plaatselijk geldende voorschriften.
De installatie van de ketel mag uitsluitend door een erkend en geregistreerd
installateur uitgevoerd worden. Werkzaamheden aan het toestel mogen alleen
door gekwalificeerd personeel met gekalibreerde apparatuur plaatsvinden. De
ketel moet aangesloten worden volgens dit installatievoorschrift en alle instal-
latietechnische normen en voorschriften die betrekking hebben op de aan te
sluiten installatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegde personen bediend worden, die geïnstru-
eerd zijn over de werking en het gebruik van het apparaat. Ondeskundig gebruik
kan leiden tot schade aan het apparaat en/of de aangesloten installatie.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door kinderen of personen met verminder-
de lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij onder toezicht of indien zij instructies daarvoor hebben gekregen.
Er moet op toegezien worden dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Opdak-, Indak- en Platdakmontage
(in de verpakking bij de collectorset)