figuur 5.c
14
Combiketel:
• De ketel kan met de ophangbeugel en het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan
praktisch elke wand worden bevestigd.
• De wand moet vlak en zó stevig zijn dat deze het ketelgewicht met waterinhoud kan
dragen.
• Naar keuze kan de ketel zowel links als rechts van het opslagvat geplaatst worden.
Een hoekopstelling is mogelijk.
• Bewaar voldoende afstand tussen ketel, opslagvat, wanden en plafond ten behoeve
van de (rookgasafvoer)leidingen en het plaatsen en verwijderen van de mantel.
• Houdt rekening met de plaatsing van een expansievat voor de cv-installatie (levering
door derden, zie ook hoofdstuk 6.2)
Met behulp van de bijgeleverde aftekenmal kan de plaats van de ketel bepaald worden.
Verwijder vóór het ophangen van de ketel allereerst de mantel van de ketel. De mantel
is tevens de luchtkast en is met vier snelsluitingen (A, B, C en D) aan de achterwand
bevestigd (zie figuur 5.c).
Bij het verwijderen van de kunststof afdichtdoppen op de leidingen van de ketel
kan vuil testwater vrijkomen.
Til de ketel alleen op aan de achterwand.
Borg de snelsluitingen met de schroeven (A, B, C en D) bij het terugplaatsen van
de mantel.
Indien ALEC wordt gecombineerd met een WTW-unit houdt dan rekening met de
daarvoor benodigde ruimte. Neem contact op met de leverancier voor de beno-
digde informatie.