9
Ketelregeling en SolarStation
Weerstandstabel sensoren ATAG A/E (LMU)
Buitenvoeler T4
Aanvoersensor T1
Retoursensor T2
Warmwatersensor T3
Rookgassensor T5
NTC1k (25°C)
NTC10k (25°C)
Temperatuur Weerstand
Temperatuur Weerstand
[°C]
[Ohm]
[°C]
-10
4.574
-9
4.358
-8
4.152
-7
3.958
-6
3.774
-5
3.600
-4
3.435
-3
3.279
-2
3.131
-1
2.990
0
2.857
1
2.730
2
2.610
3
2.496
4
2.387
5
2.284
6
2.186
7
2.093
8
2.004
9
1.920
10
1.840
11
1.763
12
1.690
13
1.621
14
1.555
15
1.492
16
1.433
17
1.375
18
1.320
19
1.268
20
1.218
21
1.170
22
1.125
23
1.081
24
1.040
25
1.000
26
962
27
926
28
892
29
858
30
827
35
687
40
575
Weerstandstabel
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken is het goed om de werking van de
ketel te kennen. Op deze pagina wordt in het kort de regeling beschreven. De volgende
pagina beschrijft de toetsfuncties en symbolen op het beeldscherm.
De ketel is voorzien van een zelfsturende regeling, het zogenaamde Control Manage-
ment System. Deze regeling neemt een groot deel van de handmatige instellingen over,
waardoor het in bedrijf nemen sterk is vereenvoudigd.
Na het vullen van de installatie wordt het automatisch ontluchtingsprogramma geacti-
veerd. Het automatisch ontluchtingsprogramma duurt ca.7 minuten en stopt automatisch.
Hierna zal de ketel voor het ingeschakelde programma (cv of ww) in werking treden (Zie
verder 'Vullen en ontluchten van ketel en installatie').
Warmwaterregeling
Indien warmwater getapt wordt, meet de flowsensor (F1) de taphoeveelheid. Afhankelijk
van de gewenste tapwatertemperatuur en taphoeveelheid zal de regeling een aanvoer-
temperatuur berekenen. Hierdoor wordt op een efficiënte manier de gewenste tapwa-
tertemperatuur gerealiseerd. De warmwatersensor (T3) zal eventuele kleine afwijkingen
die ontstaan door wisselingen in de aanvoer tapwatertemperatuur bijstellen zodat ook
onder deze omstandigheden de gewenste temperatuur bereikt wordt.
CV-regeling
Bij vragende kamerthermostaat, na het tappen van warm water, start een
wachttijd van 1 minuut. Dit voorkomt bij frequent en kortstondige warm-
watervraag dat de warmtewisselaar de aanwezige warmte snel verliest.
Vervolgens start de pomp en na 30 seconden wordt de gradient regeling
aktief. Het beginpunt van de gradient regeling is de op dat moment aan-
wezige aanvoertemperatuur. Een Delta-T regeling (25K) zorgt voor een
[Ohm]
-10
55.047
stabiele regeling naar warmtebehoefte.
0
32.555
Indien de aanvoertemperatuur onder de T-set waarde van 20°C ligt, zal
10
19.873
12
18.069
de ketel direct starten.
14
16.447
Mocht tijdens een cv-vraag de brander uitschakelen, omdat de gewenste
16
14.988
18
13.674
cv-temperatuur overschreden is, dan treedt er een anti-pendeltijd in wer-
20
12.488
king van 5 minuten. Dat betekent dat de brander na 5 minuten weer in-
22
11.417
24
10.449
schakelt indien er nog cv-vraag is.
26
9.573
28
8.779
30
8.059
Bij weersafhankelijke regeling (1kOhm buitenvoeler ARZ0055U aange-
32
7.406
sloten) wordt een dagtemperatuur ingesteld in plaats van een aanvoertem-
34
6.811
36
6.271
peratuur. De regeling vindt plaats volgens de stooklijn.
38
5.779
40
5.330
42
4.921
De ATAG A is voorzien van ketelsensoren van 10kOhm. De weerstands-
44
4.547
waarde met bijbehorende temperatuur is weergegeven in bijgaande tabel.
46
4.205
48
3.892
50
3.605
52
3.343
54
3.102
56
2.880
58
2.677
60
2.490
62
2.318
64
2.159
66
2.013
68
1.878
70
1.753
72
1.638
74
1.531
76
1.433
78
1.341
80
1.256
82
1.178
84
1.105
86
1.037
88
974
90
915
tabel 9.a
31