Dit symbool betekent dat de lastoortsknop langer
dan 0,7 seconden ingedrukt gehouden moet worden
om het lassen af te ronden.
SECTOR DF. Pulslassen zie afb. 122.
Selecteer de sector met een vinger.
Selecteer en bevestig de sector, zie afb.123.
Kies de parameter en stel deze in: Pulse duty cycle (%),
Hoofdstroom (A), Pulsniveau (%) en Pulsfrequentie
(Hz).
Bevestig met een druk op de draaiknop en stel de geko-
zen waarde in (zie afb. 124-125-126-127-128-129-130-131)
Druk opnieuw op de draaiknop om de keuze op te slaan
en te bevestigen.
De instellingen kunnen ook in het parametermenu wor-
den verricht (zie afb. 132).
Selecteer het pictogram XP om een pulsstroom met zeer
hoge frequentie voor een sterker geconcentreerde boog
in te stellen. Deze pulsvorm kent vaste en gedefinieerde
instellingen (zie afb. 133).
SECTOR DI. MENU (zie afb. 134).
PROCES.
Selecteer de sector met een vinger en kies
het lasproces TIG DC of TIG APC, zie afb.135.
ACCESSOIRES.
Zie de paragraaf in het MIG-proces.
PARAMETERS.
Selecteer en bevestig de gekozen parame-
ter:
STARTMODUS, lastoortsknop, zie de paragraaf in het
MIG-proces.
DUUR PREGAS, zie de paragraaf in het MIG-proces.
DUUR POSTGAS, zie de paragraaf in het MIG-proces.
GASDEBIET, (uitsluitend geactiveerd voor het accessoi-
re gastransducent, art. 436).
• Stroom eerste niveau (zie de tabel met de paramete-
rinstellingen).
• Duur eerste niveau (zie de tabel met de parameterin-
stellingen).
• Duur eerste stijging (zie de tabel met de parameterin-
stellingen).
• Hoofdstroom (zie de tabel met de parameterinstellin-
gen).
• Duur laatste stijging (zie de tabel met de paramete-
rinstellingen).
• Kratervulling (zie de tabel met de parameterinstellin-
gen).
• Duur kratervulling (zie de tabel met de parameterin-
stellingen).
• Pulse (zie de verklaring in de sector DF pulslassen).
142
• EVO START (zie afb.136-137).
Raak het werkstuk met de punt van de elektrode aan,
druk op de lastoortsknop en til de punt van de elektrode
op; tijdens de beweging omhoog van de elektrode wordt
een stroomimpuls opgewekt die kan worden ingesteld op
een waarde tussen 0,1 en 1 seconde en bijdraagt aan de
ontsteking van de boog.
• APC-instelling (Active Power Control zie afb.138-139).
Deze functie zorgt ervoor dat de stroom toeneemt wan-
neer de booglengte afneemt, en omgekeerd; de operator
controleert dus de warmte en de penetratie met een een-
voudige beweging van de lastoorts.
De amplitude van de stroomvariatie voor de spanningsu-
nit kan met de parameter APC
De instelling kan ook op het hoofdscherm worden ver-
richt met de draaiknop I zie afb.140.
In deze functie is het pulslassen niet geactiveerd.
INSTELLINGEN
Zie de paragraaf in het MIG-proces.
SECTOR DL. JOB-MENU.
Zie de paragraaf in het MIG-proces.
SECTOR DM. TEST.
Zie de paragraaf in het MIG-proces.
MMA-PROCES
DB
DC
SECTOR DB.
Zoals in de afbeelding wordt weergegeven is het display
opgedeeld in diverse sectoren. In elke sector kunnen in-
stellingen worden verricht. De hoofdsector DB is de sec-
tor met een rode rand. De stroom kan worden ingesteld
met de draaiknop I of AN.
Het lasproces wordt altijd links bovenaan weergege-
ven tussen de sectoren DB en DN.
Op het display worden de lasstroom in Ampère (A) en de
lasspanning in Volt (V) weergegeven.
SECTOR DC. Keuze van het lasproces.
Selecteer het proces met een vinger: MMA-proces
DF
DE
DN
DA
DL
DI