OPGELET! Belangrijke veiligheidsinstructies. De folder Waarschuwingen en
het Instructieboekje die het product vergezellen lezen en strikt navolgen
want een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren
of dingen. Deze geven belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, de
installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren om ze toe
te voegen aan het technisch dossier en voor verdere raadplegingen.
1) ALGEMENE VEILIGHEID
OPGELET! Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van het
product kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen.
- De constructieve elementen van de machine en de installatie van de ma-
chine moeten overeenkomstig de volgende Europese Richtlijnen zijn:
2004/108/EEG, 2006/95/EEG en volgende wijzigingen. Voor alle landen
buiten de EEG, is het, afgezien van de nationale normen in voege, voor
een goed niveau van veiligheid, best ook de genoemde normen in acht
te nemen.
- De Firma wijst alle aansprakelijkheid af in verband met een onjuist of
ander gebruik dan datgene waarvoor het bestemd is en dat aangeduid
wordt in deze documentatie, of met het niet in acht nemen van de Goe-
de Techniek bij de bouw van de sloten (deuren, hekken, enz.) en met de
vervormingen die zich zouden kunnen voordoen tijdens het gebruik.
- Verifiëren of het aangegeven interval van temperatuur compatibel is
met de plaats bestemd voor de installatie van de automatisering.
- Het product niet installeren in een explosieve atmosfeer.
- De elektrische voeding wegnemen voordat men gelijk welke ingreep op
de installatie uitvoert. Ook eventuele bufferbatterijen wegnemen indien
aanwezig.
- Op het voedingsnet van de automatisering zorgen voor een schakelaar
of veelpolen thermomagnetische schakelaar met een afstand van ope-
ning van de contacten gelijk aan of groter dan 3,5 mm.
- Verifiëren of er stroomopwaarts het voedingsnet een differentiaalscha-
kelaar aanwezig is met een drempel van 0.03A.
- Verifiëren of de aardeaansluiting correct gerealiseerd werd: alle metalen
gedeelten van het slot (deuren, hekken, enz.) en alle componenten van
de installatie voorzien van een aardeklem verbinden.
- De installatie moet uitgevoerd worden gebruikmakend van veiligheid-
sinrichtingen en bedieningen conform de EN 12978.
- Alle veiligheidisnrichtingen aanbrengen (fotocellen, gevoelige boorden,
enz.) die noodzakelijk zijn om de zone te beschermen tegen gevaren van
verpletting, meeslepen, schaarbeweging.
- Uitsluitend originele componenten gebruiken voor gelijk welke ingre-
ep van onderhoud of reparatie. De Firma kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor de veiligheid en de goede werking van de automatisering
indien er componenten van andere fabrikanten worden gebruikt.
- Geen enkele wijziging uitvoeren op de componenten van de automati-
sering indien dit niet uitdrukkelijk geautoriseerd werd door de Firma.
- De gebruiker van de installatie opleiden over de aangebrachte bedienings-
systemen en de uitvoering van de manuele opening bij een noodgeval.
- De verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyreen, enz.) lozen vol-
gens de voorschriften van de normen in voege. Geen nylon en polystyre-
en zakken binnen het bereik van kinderen laten.
- Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is voorzien, is niet toegestaan.
- Het apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt door personen (met
inbegrip van kinderen) waarvan de fysieke, sensorische en mentale capa-
citeiten beperkt zijn, of met gebrek aan ervaring of kennis, tenzij zij hun
voordeel hebben kunnen halen, door de bemiddeling van een persoon
verantwoordelijk voor hun veiligheid, uit een bewaking of instructies
betreffende het gebruik.
Opgelet! Voor de verbinding met het net een veelpolen kabel gebruiken
met een minimum doorsnede van 4x1.5mm
door de voornoemde normen (bij wijze van voorbeeld, de kabel kan van
het type H05 VV-F met doorsnede 4x1.5mm
van de hulpmiddelen geleiders gebruiken met een minimum doorsnede
van 0,75 mm
.
2
Zorgen voor een veelpolen schakelaar met opening contacten van min-
stens 3 mm voorzien van een bescherming tegen de overbelastingen,
geschikt om de automatisering te scheiden van het net.
Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een vermogen niet lager dan
10A-250V.
De geleiders moeten vastgehecht worden door een supplementaire
bevestiging in de nabijheid van de klemmen bijvoorbeeld middels
bandjes.
Daarnaast extra strips toevoegen aan de geleiders van de aanslagen, aan
de geleiders van de primaire en van de secundaire van de transformator
en aan de geleiders aangesloten op de printplaat.
Het omhulsel van de voedingskabel moet, tijdens de installatie, ver-
wijderd worden teneinde de verbinding van de aardegeleider met
de geschikte klem toe te staan, waarbij echter de actieve geleiders zo
kort mogelijk moeten gehouden worden. De aardegeleider moet de
laatste zijn die aangespannen wordt in geval van een verslappen van
de bevestigingsinrichting van de kabel.
OPGELET: de geleiders aan heel lage veiligheidsspanning moeten fysisch
gescheiden worden van de geleiders aan lage spanning.
INSTALLATIEHANDLEIDING
De toegankelijkheid naar de elektrische ruimte en van de eindaanslagen
moet uitsluitend uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Het respect van de veiligheidsnormen in voege m.b.t. personen, dieren of
dingen moet in acht worden genomen, en in het bijzonder moeten risico's
van ongevallen te wijten aan verpletting voorkomen worden. Alle kritieke
punten moeten beschermd worden door veiligheidsinrichtingen volgens
de voorschriften van de normen in voege.
NAZICHT VAN DE AUTOMATISERING
Voordat men de automatisering definitief operationeel maakt, moet men
zorgvuldig de volgende punten controleren:
•
•
•
•
•
•
ONDERHOUD
- Voor iedere willekeurige werkingsstoring die wordt vastgesteld, en niet
SLOOP
De verwijdering van de materialen gebeurt met inachtneming van de
geldende normen. In het geval van sloop van het automatiseringssysteem
bestaan er geen bijzondere gevaren of risico's voortkomende uit het auto-
matiseringssysteem zelf. In geval van terugwinning van de materialen is
het nuttig dat deze per type gescheiden worden (elektrische delen - koper
- aluminium - plastic - etc.).
ONTMANTELING
In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op
een andere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig:
- de stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie
- de actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen;
- alle onderdelen van de installatie te demonteren;
- in het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of
en van het type voorzien
2
zijn). Voor de verbinding
2
Een verkeerde instelling van de gevoeligheid kan leiden tot schade
aan personen, dieren of voorwerpen.
Verifiëren of alle componenten stevig vastgehecht zijn.
De correcte werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (foto-
cellen, gevoelige boorden, enz.)
Verifiëren of de kracht van verpletting van de gevoelige boord het systeem
stopt binnen de limieten voorzien door de normen in voege.
De bediening van het manoeuvre van noodgeval verifiëren.
De operatie van opening en sluiting met de aangebrachte bedieningsin-
richtingen verifiëren.
De elektronische logica van normale en verpersoonlijkte werking con-
troleren indien er een bedieningsbord geïnstalleerd is.
opgelost, het voedingsnet loskoppelen en hulp vragen aan gekwalificeerd
personeel (installateur);
los te koppelen;
beschadigd blijken te zijn, deze vervangen.
Het goed functioneren van het automatiseringssysteem is alleen
gegarandeerd, als de in deze handleiding vermelde gegevens worden
nageleefd. Het Bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor
de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de installatie-
normen en de aanwijzingen vermeld in deze handleiding.
De beschrijvingen en illustraties van deze handleiding zijn niet
bindend. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd
blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig
moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het
product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren,
zonder deze publicatie te hoeven bijwerken.
43
RIGEL 5 -