nEDErlanDs
88
1
2
Het apparaat gebruiken
Met koffiebonen
1
Druk op de OPEN-knop op de rechter zijkant van het apparaat om
de filtermandhouder te openen.
2
Plaats een filterzakje (nr. 4) of het permanente filter in de filtermand.
Wanneer u het permanente filter gebruikt, zorg er dan voor dat het
handvat naar de voorkant van de koffiezetter is gericht. Anders kan het
handvat de stroom van gemalen koffie van de molen in de filtermand
onderbreken.
3
Open het deksel van het waterreservoir en vul het waterreservoir
met koud water.
Er staan aanduidingen voor 2 tot 12 koppen (275 ml tot 1650 ml) op het
waterniveauvenster en op de kan. U kunt deze aanduidingen gebruiken
om vast te stellen hoeveel water u in het waterreservoir moet doen.
Bedenk wel dat de hoeveelheid gezette koffie iets minder zal zijn, aangezien
gemalen koffie water absorbeert.
Tip: Gebruik de kan om het waterreservoir met de benodigde hoeveelheid
water te vullen.
Opmerking: Vul het waterreservoir niet voorbij de 12-kopsaanduiding, anders
kan er water uit de opening aan de achterzijde lopen.
4
Verwijder het deksel van het bonenreservoir (1) en vul het reservoir
met koffiebonen (2). Zorg dat er voldoende koffiebonen in het
reservoir zitten voor de hoeveelheid koffie die u wilt zetten.
Opmerking: Zorg er altijd voor dat het bonenreservoir ten minste voor de helft
gevuld is.
De maximale capaciteit van het bonenreservoir is 250 g. Overschrijd
deze hoeveelheid niet, om te voorkomen dat de molen vastloopt.
Gebruik geen ongebrande of gekaramelliseerde bonen, om te
voorkomen dat de molen vastloopt.