Het gebruik van de machine als hark (met cilindrische-
rol 17)
•
Door te harken wordt mos en onkruid verwijderd.
Door het afgestorven gras wordt water van het gazon
afgehouden.
•
Ga met de hark niet door gras, dat hoger dan 75 mm is.
Het gazon moet droog zijn tijdens dit proces. Er wordt
aanbevolen om het gazon aan het begin en einde van
het seizoen te harken, om zo de beste resultaten te
bereiken. De hark kan ook na elke maaibeurt gebruikt
worden, om overblijvend gras volledig te verwijderen.
IN/UIT - schakelen (afbeelding 6)
•
Deze machine is uitgerust met een veiligheidsschakelaar,
die verhindert dat de machine ongewild start. Druk
eerst op knop (5) op de schakelkast en trek de
schakelhendel (6) daarna tot het handvat (afbeelding
6.1)
•
Het hoogste handvat is uitgerust met een snoerklem
(15), die het snoer vasthoudt. Haak het snoer in deze
snoerklem in, om te verhinderen dat de verbinding
tussen kabel en stekker ongewild uiteengaat. (af-
beelding 6.2)
Algemene bedieningstips (afbeelding 7)
Wij bevelen deze methode aan, om te verhinderen dat
het snoer vastraakt aan de machine:
•
Leg het grootste deel van het snoer uit de weg bij het
aanvangspunt. (positie1, afbeelding 7.1)
•
Houd het handvat met beide handen vast.
WAARSCHUWING: Probeer de machine niet met een
hand te bedienen. Immer beide handen gebruiken. Maak
geen gebruik van het apparaat op zanderige ondergrond
of op betonnen of houten bodems.
•
Druk het handvat naar onderen, om tijdens de start
de verticuteerrol (resp. cilindrische rol) iets van de
grond op te heffen. Druk op de startknop (5) en trek de
starthendel (6) tegelijkertijd naar u toe. De machine zal
nu opstarten en u kunt de startknop loslaten.
•
Ga met het apparaat te werk zoals getoond in
afbeelding 7.1. Werk vooruit van positie 1 naar positie
2 en dan naar positie 3. Houd immer afstand van het
snoer. Werk niet met de machine, zoals weergegeven
in afbeelding 7.2.
Instelling van de diepteregeling
De diepteregeling kan, zoals in de volgende tabel weer-
gegeven, in vier verscheidene standen ingesteld worden.
Trek aan de hendel voor de hoogteregeling (1) en zet
hem in de gewenste stelling.
gemarkeerd
werkings-
nummer
positie
4
hoogste
3
tweede
2
derde
1
laagste
All manuals and user guides at all-guides.com
toestand van het
diepte
gazon
-12 mm
mos en onkruid
zuiver
-8 mm
gazonsoppervlak
oneffen
-4 mm
gazonsoppervlak
enkel voor
+10 mm
transport
Aanbevolen instellingen voor de diepteregeling:
•
Stand 4 : deze instelling dient verkozen te worden, als
u het gazon diep wilt doorharken.
–
Deze stand leidt tot de volledige verwijdering van
mos en onkruid.
•
Stand 3 : deze stelling dient enkel dan verkozen
te worden, wanneer u het gazon oppervlakkig wilt
doorharken.
•
Stand 2 : met deze instelling wordt het gazon slechts
gering geverticuteerd.
–
Indien u het apparaat in deze stand als verticuteerder
gebruikt, leidt dit tot het losser maken van het harde
oppervlak en de verwijdering van mos en onkruid.
•
Stand 1 : deze stelling dient enkel tijdens het transport
van het apparaat verkozen te worden.
9. ONDERHOUD
Het in dit hoofdstuk gegeven advies heeft betrekking op
het algemeen onderhoud en de zorg voor dit apparaat.
Gebruik geen verlengsnoer, dat bescha-
digingen en gebreken vertoont.
Vervang het beschadigde snoer.
Probeer het snoer niet te herstellen.
•
Houd de machine immer vrij van overblijvend gras.
Reinig de ventilatieopeningen in het bijzonder.
•
Controleer de elektrische leidingen op regelmatige
tijdstippen. Let in het bijzonder op tekens van slijtage
en beschadigingen.
•
Verwijder na het werk immer de grasresten, die zich op
de bodem van de machine opgehoopt hebben.
•
Reinig alle kunststofonderdelen met een vochtige
doek.
Gebruik geen oplosmiddelen voor de rei-
niging van het apparaat, daar deze de kunst-
stofonderdelen kunnen beschadigen.
10. REPARATIEDIENST
Reparaties aan elektrowerktuigen mogen alleen door
een elektro-vakman uitgevoerd worden. Omschrijft U
alstublieft bij de inzending voor een reparatie de door U
vastgestelde fouten.
11. AFVALVERWERKING EN MILIEUBEHEER
Wanneer uw apparaat op zeker moment niet meer te
gebruiken is of wanneer u het niet meer nodig heeft, gooi
het apparaat dan nooit weg bij het gewone huis-, tuin- en
keukenafval, maar verwijder het overeen-komstig de
milieuvoorschriften.
Bied het apparaat bij een recyclingbedrijf aan. Kunststof
onderdelen en metalen onderdelen kunnen hier wor-
den gescheiden en voor hergebruik geschikt worden
gemaakt. Informatie hierover kunt u ook krijgen bij uw
gemeente.
NL-6