•
Zuig- en persleiding met armaturen volgens de be-
kende montageprincipes spanningsvrij monteren.
Pompen met koelmantel moeten ontlucht worden!
Daartoe moet de sluitschroef 903.02 worden losge-
draaid. Na de ontluchting moet de sluitschroef weer
worden aangedraaid.
5.3. Toepassing van kettingen
Kettingen worden gebruikt om een pomp in de bedrijfs-
ruimte te laten zakken of eruit te halen. Ze zijn niet be-
doeld voor het zekeren van een hangende pomp. Voor het
beoogde gebruik gaat u als volgt te werk:
•
Bevestig het ene uiteinde van de ketting aan de mee-
geleverde hendel van de pomp. Als uw pomp heeft
twee ringbouten als het ankerpunt, moet u gebruik
maken van een twee-strand keten. De hellingshoek
van de ketting onderdelen moet tussen 0 °-45 ° lig-
gen. Het andere uiteinde bevestigt u aan het hijs-
werktuig.
•
Span de ketting en til de pomp langzaam en gecon-
troleerd op.
•
Zwenk de pomp vervolgens boven de bedrijfsruimte
en laat hem voorzichtig zakken. Zie bij toepassing van
een ophangvoorziening ook hoofdstuk 5. Inbedrijf-
stelling.
•
Laat de pomp tot aan het werkpunt zakken en contro-
leer of de pomp stabiel staat en of het koppelingssys-
teem correct vastgekoppeld is.
•
Verwijder de ketting uit het hijswerktuig en bevestig
deze aan de kettingzekering, die zich aan de boven-
rand van de bedrijfsruimte bevindt. Zo is gewaarborgd
dat de ketting niet in de bedrijfsruimte kan vallen en
geen gevaar vormt voor personen
38 | nEDErlanDS
Nr.
beschrijving
1
kettingborging
2
ketting
3
Handgreep of oog voor bevestiging
4
pomp
5.4. Inbedrijfstelling
Dit hoofdstuk bevat alle belangrijke instructies voor het
bedieningspersoneel voor een veilige inbedrijfstelling en
bediening van de machine. Het is van belang dat de vol-
gende gegevens worden aangehouden en gecontroleerd:
•
Opstellingswijze
•
Bedrijfswijze
•
Minimale afdekking door water/Max. dompeldiepte
Na een langere stilstandtijd moeten deze gegevens
eveneens worden gecontroleerd en moeten evt. vast-
gestelde gebreken worden verholpen! Het bedrijfs- en
onderhoudshandboek moet altijd bij de machine of op
een daartoe bestemde plaats worden bewaard, waar
het altijd toegankelijk is voor het voltallige bedienings-
personeel.
Om letsel en materiële schade bij de inbedrijfstelling van
de machine te vermijden, moeten de volgende
Punten beslist worden nageleefd:
De inbedrijfstelling van de machine mag uitsluitend
worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geschoold
personeel met inachtneming van de veiligheidsaan-
wijzingen.
•
Het voltallige personeel dat aan de machine werkt,
moet de handleiding ontvangen, gelezen en begre-
pen hebben.