o) Montage van de motorkap
Onze tip:
Vóórdat u de motorkap plaatst, moet u de kap van binnen mooi glad
slijpen. Zo verhindert u, dat bij de navolgende aanpassings-
werkzaamheden lelijke krassen op de romp in het voorste bereik ontstaan!
Boor volgens de afbeelding rechts en links met een afstand van 5 mm
vanaf de achterste rand twee kleine gaten (1) in de motorkap.
Schuif de motorkap op de romp en lijn hem zo uit, dat de propelleras zich
precies in het midden van de opening van de motorkap bevindt. Door het
plaatsen van een spinnerplaat (2) kunt een eventuele foutieve plaatsing
van de kap eenvoudiger ontdekken.
Neem vervolgens de boorgaten van de kap op de romp over. Nadat u de
gemarkeerde plaatsen op de romp eveneens doorgeboord heeft, kunt u
de boringen in de kap op 2 mm vergroten en de kap vastschroeven.
Onze tip:
Lijm aan de binnenzijde van de romp kleine extra houtklosjes bij de
boorgaten, zodat de bevestigingsschroeven van de motorkap voldoende
materiaal voor een veilige houvast hebben.
Plaats bij het vastschroeven van de motorkap in het bovenste bereik een dunne strook karton (zie afbeelding 17, pos. 3). Na het verwijderen van het karton blijft
een kleine luchtspleet over, die het wegnemen en plaatsen van de cabinekoepel aanzienlijk vereenvoudigt.
Na de precieze montage van de kap kunnen de propeller en de spinner aan de elektromotor geschroefd worden.
p) Controle van het zwaartepunt
Voor een perfect vlieggedrag is de juiste positie van het zwaartepunt van
doorslaggevend belang. De juiste positie kan uiteindelijk pas door
testvluchten worden bepaald.
Voor de eerste vlucht ondersteunt u uw model rechts en links bij de zijwand
van de romp ca. 75 - 90 mm achter de neuslat. Positioneer de vliegaccu
en de ontvanger nu zo, dat het zwaartepunt zich in dit bereik stabiliseert.
Is een verplaatsing van de bovengenoemde componenten niet voldoende,
dan moet in het model extra trimlood aangebracht worden.
De exacte positie van het zwaartepunt moet later bij het vliegen
gecontroleerd worden.
Daarbij moet er op worden gelet, dat door een verplaatsing van het
zwaartepunt enkele millimeters naar achteren de vliegprestaties weliswaar
verbetert, de vliegstabiliteit echter verminderd wordt.
Het model reageert daardoor extreem gevoelig op het hoogteroer. Bevindt zich het zwaartepunt te ver naar voren, dan wil het model steeds naar beneden
wegduiken en moet door het trekken aan het hoogteroer in horizontale vlucht gehouden worden.
86
All manuals and user guides at all-guides.com
Afb. 17
75 - 90
mm
Afb. 18
c) Während des Betriebs
• Gehen Sie bei Betrieb des Produkts kein Risiko ein! Ihre eigene Sicherheit und die Ihres Umfeldes hängen alleine von Ihrem verantwortungsbewussten
Umgang mit dem Modell ab.
• Der unsachgemäße Betrieb kann schwerwiegende Personen- und Sachschäden verursachen! Achten Sie deshalb beim Flugbetrieb auf einen ausreichenden
Sicherheitsabstand zu Personen, Tieren und Gegenständen.
• Wählen Sie ein geeignetes Gelände zum Betrieb Ihres Modellflugzeugs aus.
• Fliegen Sie mit Ihrem Modell nur dann, wenn Ihre Reaktionsfähigkeit uneingeschränkt gegeben ist. Müdigkeit, Alkohol- oder Medikamenten-Einfluss können
zu Fehlreaktionen führen.
• Fliegen Sie nie direkt auf Zuschauer oder auf sich selbst zu.
• Zielen Sie nie mit der Teleskopantenne des Senders direkt auf das Modell. Dadurch wird die Sendersignalübertragung zum Modell deutlich verschlechtert.
• Sowohl Motor, Flugregler als auch Flugakku können sich beim Betrieb des Modells erhitzen. Machen Sie aus diesem Grund eine Pause von 5 - 10 Minuten,
bevor Sie den Flugakku wieder laden bzw. mit einem eventuell vorhandenen Ersatzflugakku erneut starten.
• Lassen Sie immer die Fernsteuerung (Sender) eingeschaltet, solange das Modell in Betrieb ist. Schließen Sie nach der Landung immer zuerst den Flugakku
ab, bzw. schalten Sie das Modell aus. Erst danach darf die Fernsteuerung ausgeschaltet werden.
• Bei einem Defekt oder einer Fehlfunktion ist zuerst die Ursache der Störung zu beseitigen, bevor Sie Ihr Modell wieder starten.
• Setzen Sie Ihr Modell und die Fernsteueranlage nicht über längere Zeit der direkten Sonneneinstrahlung oder großer Hitze aus.
7