1.4 Toetsvergrendeling Aan / Uit
Door een enkele druk op de Aan / Uit-toets wordt de
toetsvergrendeling geactiveerd. Er verschijnen drie koppeltekens
op de display. Druk nogmaals kort op de Aan / Uit-toets om de
toetsvergrendeling te deactiveren.
2 Toetsen
1 Lijntoets
2 Cijfertoetsen
3 Programmeertoets
4 Geheugentoets
5 Herkiestoets
6 INT / Doorverbindtoets
7 C-toets / Mute
8 Aan / Uit-toets
6
3
2
4
5
8
7
1
4
3 Telefoneren
3.1 Gewoon telefoneren
• Druk op de Lijntoets.
• Voer het gewenste nummer in.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding
te verbreken.
3.2 Blokkiezen
• Geef het gewenste nummer in.
• Een foute ingave kan gecorr i g e e rd worden met de C-toets.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer wordt gevormd en
knippert in de display.
• Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de
verbinding te verbreken.
3.3 Herkiezen van de laatst gevormde nummers.
De 5 laatst gevormde nummers worden opgeslagen in het
geheugen. Zij kunnen worden opgeroepen met de
Herkiestoets.
• Druk op de Herkiestoets tot het gewenste nummer in de
display verschijnt.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer knippert in de display
en wordt gevormd.
• Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de
verbinding te verbreken.
3.4 Snelkiezen vanuit het geheugen.
Als u geheugennummers geprogrammeerd hebt (zie
hoofdstuk 5.1), kunnen deze als volgt opgeroepen worden:
5