nl
1. Algemeen
De drukverhogingsgroepen van serie GM, GS zijn ontwikkeld om schoon water uit de waterleidinginstal-
laties in woningen, kantoren, gemeenschappen en bedrijven te pompen en de druk ervan te verhogen.
Gebruiksbeperkingen
Vloeistoftemperatuur:
Omgevingstemperatuur:
Werkdruk:
Min. inlaatdruk:
Max. inlaatdruk:
Aantal starts per uur:
De vloeistoftemperatuur en de druk kunnen beperkt worden door het membraanre-
LET OP
servoir. Houd de gebruiksbeperkingen aan!
2. Beschrijving van het product
De drukverhogingsgroep bestaat uit identieke elektropompen die in parallel aangesloten zijn en die op
een gemeenschappelijke basis gemonteerd zijn en uit aanzuig- en persverzamelleidingen, afsluiters, bal-
keerkleppen, manometer, drukregelaars of druksensoren en een monofase of driefase schakelkast.
In de installatie moet een membraanreservoir opgenomen worden. Op de persverzamelleiding zijn twee
aansluitingen aangebracht om reservoirs van 24 liter met een afsluiter te installeren. Als er reservoirs
voorhanden zijn moet er een geschikte steun voor de verzamelleiding aangebracht worden; er kunnen
andere reservoirs op de vloer geïnstalleerd worden en op de verzamelleiding aangesloten worden. Al
naargelang het model kan de besturingspomp aanwezig zijn of de mogelijkheid van de bediening van de
luchtcompressor.
3. Werking
De pompen worden bestuurd door de schakelkast op basis van de vraag van de installatie.
Bij het eerste tappen treedt het membraanreservoir in werking.
Als de druk tot de eerste startwaarde daalt dan start de eerste pomp.
Als het verbruik stijgt, daalt de druk tot de tweede startwaarde en start ook de tweede pomp. Hetzelfde
geldt voor de volgende pompen.
Als het verbruik vermindert dan stijgt de druk tot de eerste stopwaarde en stopt de pomp.
Als het verbruik nog meer afneemt dan vult de laatste pomp het reservoir en stopt.
Schakelkast QM, QS:
- Automatische regeling van de pompen op volgorde met besturing op laagspanning door drukrege-
laars of sensoren.
- Cyclische wisseling van de eerste gestarte pomp.
- Blokkering van de wisseling door middel van keuzeschakelaar of software afhankelijk van de elektroni-
sche kaart die geïnstalleerd is.
- Vertraging om gelijktijdig starten te vermijden.
- Beveiliging tegen kortsluiting en overbelasting door middel van automatische schakelaar.
- Voorzien van de mogelijkheid van aansluiting van beveiliging tegen drooglopen door middel van druk-
regelaar of vlotterschakelaar of niveausondes met regeling van de gevoeligheid (bijkomende elektro-
den niet inbegrepen).
- Tijdschakelaar voor het inschakelen van de beveiliging tegen drooglopen.
68
van 0°C tot +80 °C
van 0°C tot +40 °C
Max. 8 bar, 10 bar, 16 bar afhankelijk van het type pomp (zie de ge-
bruiksaanwijzing)
In overeenstemming met de NPSH curve en de verliezen met een marge
van minimaal 0,5 meter die verhoogd moet worden indien het water lucht
bevat
De inlaatdruk plus de door de pomp voortgebrachte druk tegen de geslo-
ten klep moet altijd lager zijn dan de max. werkdruk. .
Het aantal starts per uur dat in de technische gegevens in hoofdstuk 12
vermeld is niet overschrijden