All manuals and user guides at all-guides.com
10. Gebruik van het apparaat. Gebruik
het apparaat nooit zonder veiligheids-
inrichtingen. Kans op letsel door weg-
geslingerde voorwerpen.
11. Verwijder steeksleutels etc. Alle
sleutels en dergelijke moeten worden
verwijderd voordat het apparaat wordt
ingeschakeld.
12. Blijf altijd op uw hoede. Let op al-
les wat u doet. Gebruik uw gezond
verstand. Gebruik geen motorgereed-
schap als u moe bent. Werk niet met
het apparaat als u onder invloed bent
van alcohol, drugs of medicijnen die
het reactievermogen nadelig kunnen
beïnvloeden.
13. Brandstof bijvullen:
•
Neem de plaatselijke en nationale
brandpreventievoorschriften in acht.
•
Brandstof en brandstofdampen zijn
zeer licht ontvlambaar. Vul geen
brandstof bij als de motor loopt of
nog heet is. Let bij het tanken op een
goede ventilatie. Roken en open vuur
verboden.
•
Zet voor het bijvullen altijd de motor
af. Open de brandstoftank altijd voor-
zichtig, zodat de opgebouwde over-
druk in de tank langzaam kan worden
afgebouwd en er geen brandstof naar
buiten spuit. Door de werking van het
apparaat ontstaan hoge temperaturen
bij de behuizing. Laat het apparaat
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
De brandstof zou vlam kunnen vatten,
wat ernstige brandwonden tot gevolg
kan hebben.
•
Let op dat u niet te veel brandstof in
de tank giet. Wanneer er toch brand-
stof naast de tank raakt, moet deze
onmiddellijk worden opgeruimd en
moet het apparaat worden schoonge-
maakt.
•
Let op dat u na het bijvullen de dop
stevig vastdraait, zodat deze niet los
kan raken door de vibraties die tijdens
het werken met het apparaat ont-
staan.
•
Let op lekkage. Start de motor niet als
er brandstof lekt. Kans op levensge-
vaarlijk letsel door verbrandingen!
14. Gebruiksduur en pauzes. Langer
gebruik van het apparaat kan door de
vibraties doorbloedingsproblemen tot
gevolg hebben. U kunt de gebruiks-
duur echter verlengen door het ge-
bruik van geschikte handschoenen of
door regelmatig pauzes in te lassen.
Let op dat de persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding, lage temperatu-
ren of grote greepkrachten tijdens het
gebruik de gebruiksduur aanmerkelijk
zullen inkorten.
15. Let op beschadigde delen. Contro-
leer het apparaat voor het gebruik en
na sterke stoten op tekenen van slijta-
ge of beschadiging. Zijn afzonderlijke
delen beschadigd? Vraag u bij lichte
beschadigingen af of het gereedschap
ondanks deze beschadigingen correct
en veilig zal werken. Let op dat be-
weegbare delen correct zijn uitgericht
en ingesteld. Grijpen de delen goed
in elkaar? Zijn er delen beschadigd?
Is alles correct geïnstalleerd? Voldoet
het apparaat aan alle overige eisen
voor een probleemloze werking? Be-
schadigde veiligheidsvoorzieningen
etc. moeten door geautoriseerde per-
sonen volgens de voorschriften wor-
den gerepareerd of vervangen, tenzij
uitdrukkelijk anders vermeld staat
in de gebruiksaanwijzing. Defecte
schakelaars moeten door een geauto-
riseerde instantie worden vervangen.
Voor eventuele reparaties kunt u te-
recht bij een door ons gevolmachtigd
servicepunt.
16. Schakel de motor altijd eerst uit voor-
dat u instellingen of onderhoudswerk-
NL
49