OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON
(of SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid
64
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Oorzaak
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
De beveiliging is in werking getreden.
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
De ingangsfunctie staat op DTS of
ANALOG.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Het volume staat uit.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
De ingangsfunctie staat op ANALOG
maar er wordt een DTS gecodeerd
bronsignaal weergegeven.
Er worden van een signaalbron signalen
ontvangen die niet door dit toestel
weergegeven kunnen worden,
bijvoorbeeld een CD-ROM.
Oplossing
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Selecteer AUTO.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT,
MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) of de ingangskeuzetoetsen.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A
en/of B.
Zet het volume hoger.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Raadpleeg
bladzijde
—
56
12-13
—
15-18
31
25
12
25
—
26
31
—