Buislibel controleren en instellen
Controleren:
– Positioneer de buislibel parallel aan de voet-
schroeven A en B. (zie afbeelding J1)
– Centreer de luchtbel van de libel met behulp van
de voetschroeven A en B.
– Draai het meetgereedschap 90° en centreer de
luchtbel van de libel met de voetschroef C.
(zie afbeelding J2)
– Draai het meetgereedschap in de uitgangspositie
terug.
– Indien nodig centreert u de luchtbel van de libel
opnieuw.
– Draai het meetgereedschap nu 180°.
Bij een correcte instelling moet de luchtbel van de
libel in de buislibel gecentreerd zijn.
Instellen:
– Draai de schroef S met de meegeleverde instelstift
30 tot de luchtbel van de libel zich halverwege (1/2
t) tussen het uitgangspunt en het centrum bevindt.
(zie afbeelding J3)
– Draai het meetgereedschap 180° in de uitgangs-
positie terug en herhaal de controle.
Dooslibel controleren en instellen
Controleren:
Bij een correcte instelling moet de dooslibel na de
controle of instelling van de buislibel gecentreerd zijn.
Instellen: (zie afbeeldingen K1 – K2)
Opmerking: Let erop dat u de stelschroeven (S1-3)
niet te ver doordraait.
– Draai een van de stelschroeven met de instelstift
30 een kwartslag los en draai een andere stel-
schroef een kwartslag vast.
– Herhaal de instelling zo vaak totdat de luchtbel van
de libel gecentreerd is.
Het voorbeeld in de afbeelding laat zien hoe de libel
beweegt als u schroef S2 losdraait en schroef S1
vastdraait.
Optisch lood controleren en instellen
Met deze instelling wordt de zichtbare lijn van het opti-
sche lood in overeenstemming gebracht met de verti-
cale as.
Controleren:
– Richt met het optische lood 9 op een meetpunt op
de vloer.
Verstel daarvoor de voetschroeven 1 of draai de
vaststelschroef X van het statief los en beweeg
het meetgereedschap tot het optische lood boven
het meetpunt ligt.
– Draai het meetgereedschap nu 180°.
Bij een correcte instelling moet het optische lood
boven het meetpunt liggen.
70 | Nederlands
Instellen:
Met de instelling wordt de zichtbare lijn van het opti-
sche lood in overeenstemming gebracht met de verti-
cale as van het meetgereedschap.
– Draai de afdekking 29 tegen de wijzers van de klok
in en verwijder de afdekking. (zie afbeelding L1)
– Draai een van de vier stelschroeven (O 1-4) met de
instelstift 30 een kwartslag los en draai een andere
stelschroef een kwartslag vast.
– Herhaal de instelling zo vaak totdat het meetpunt
zich halverwege (1/2 t) tussen het uitgangspunt
en het draadkruis bevindt.
Het voorbeeld laat zien hoe de instelling verandert
als u schroef O3 losdraait en schroef O4 vast-
draait. (zie afbeelding L2)
– Herhaal de controle en de instelling totdat er geen
afwijking tussen meetpunt en draadkruis meer is,
ook niet als u het meetgereedschap in zijn verticale
as draait.
Verticale nulpositie instellen
Werkstappen
– Plaats het meetgereedschap
op een vlakke ondergrond.
„Meetgereedschap opstellen
en uitrichten" zie pagina 68.
– Druk, terwijl u toets V/% inge-
drukt houdt, op de aan/uit-
toets 20.
Het display toont de instelmo-
dus voor de verticale hoek.
– Draai de telescoop door het
verticale nulpunt.
– Richt de telescoop op een
meetpunt op dezelfde hoogte
als het meetgereedschap
(maximale afwijking 10').
– Druk op de toets V/%.
De gegevens voor de eerste
meting worden opgeslagen.
– Draai de telescoop 180° en
richt deze weer op hetzelfde
meetpunt.
– Druk op de toets V/%.
De gegevens voor de tweede
meting worden opgeslagen
en het verticale nulpunt wordt
opnieuw vastgelegd.
– Druk op een willekeurige toets.
Er klinkt een pieptoon en het meetgereedschap
keert terug naar de normale meetmodus.
Displayindicaties
V
H
R
V
H
R
V
H
R
V
H
R
2 610 A15 111 • 23.6.09