De te gebruiken kanalen kunnen worden bekleed om condensatie tegen te gaan.
(Glasvezel van 12 – 25 mm dik)
- Verwijder de dop van de verse lucht ingang.
- Sluit het kanaal aan op het verbindingsmanchet.
- Zet het kanaal met een klemband vast op het verbindingsmanchet .
- Controleer de dichtheid van de verbinding na het vastzetten van de klemband.
4.3. Wateraansluitingen
In alle gevallen circuleert het water in elke batterij van de ingang aan de onderkant
naar de uitgang aan de bovenkant.
De leidingen in het systeemplafond moeten worden aangelegd volgens Fig. 7.
De batterijen hebben aansluitwartels met draaibare moeren met plat draagvlak
geleverd).
De aansluitwartel heeft een ontluchter (Fig. 8, pos. a), op het hoogste punt en een
aftapkraantje op het laagste punt (Fig. 8, pos. b), die te bedienen zijn met een inbussleutel
van 7 mm of een platte schroevendraaier.
Controleer voor alle werkzaamheden altijd of de elektrische voeding is uitgeschakeld
en veiliggesteld.
Alleen ervaren en bevoegde technici mogen montage- en onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren aan de machine. Deze moeten persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
dragen.
De technicus moet het bij het ontluchten of aftappen vrijkomende water opvangen.
Hij moet goed letten op de risico's van overstroming of wegspuitende vloeistof.
los.
nr. b) 3 maximaal 3 omwentelingen los.
De batterij kan gedeeltelijk afgetapt worden. Als de installatie in
de winterperiode niet in gebruik is, dan zijn voorzorgen nodig. Voor het compleet
aftappen moet perslucht in de batterij worden geblazen.
Na het aansluiten van de waterverbindingen, is het niet nodig om de ventielen te
isoleren tegen condensatie (behalve in geval van speciale ventielen). Bij de unit
wordt een condensopvangbak van ABS geleverd met een natuurlijke helling. Deze
vangt het condenswater op van het ventiel en van de batterij (afkomstig van de
hoofdbak) om dit via de zwaartekracht of met behulp van een optionele opvoerpomp
af te voeren.
Installatie
Om de CIAT wartels of ventielen niet te beschadigen mag het aantrekkoppel niet
groter dan 3,5 daN.m zijn. Gebruik 2 sleutels, één om tegen te houden, de andere
voor het vastzetten om de dichtheid te garanderen.
Houd u aan de montagerichting van het ventiel. Op deze 2 CIAT wartels moet de
kant van de waterkring).
Het maximaal toegestane drukverschil op onze ventielen (open of dicht) is 100 kPa.
CIAT raadt aan om 60 kPa niet te overschrijden.
N 12.59C
de onluchtingsnippel (fig.8, nr. a) maximaal 3 omwentelingen
de unit af van het leidingnet en draai de aftapschroef (fig.8,
NL - 4