23 Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische gereedschappen
23.3
Elektrische veiligheid
a) De aansluitsteker van het elektrische gereed‐
schap moet in de contactdoos passen. Aan de
steker mogen op geen enkele wijze wijzigin‐
gen worden aangebracht. Gebruik geen verlo‐
opstekers in combinatie met geaard elektrisch
gereedschap. Ongewijzigde stekers en pas‐
sende contactdozen beperken het risico op
een elektrische schok.
b) Voorkom lichaamscontact met geaarde opper‐
vlakken, zoals bijvoorbeeld buizen, verwarmin‐
gen, fornuizen en koelkasten. Er is een hoger
risico op een elektrische schok wanneer uw
lichaam geaard is.
c) Bescherm elektrisch gereedschap tegen regen
of vocht. Het binnendringen van water/vocht in
elektrisch gereedschap verhoogt de kans op
een elektrische schok.
d) Gebruik de netkabel niet voor andere doelein‐
den. Gebruik de netkabel nooit om het elektri‐
sche gereedschap te dragen of te trekken of
om de stekker uit het stopcontact te trekken.
De netkabel uit de buurt houden van hittebron‐
nen, olie, scherpe randen of bewegende
onderdelen. Beschadigde of in de war
geraakte aansluitkabels verhogen de kans op
een elektrische schok.
e) Bij het in de open lucht werken met elektrisch
gereedschap, alleen verlengkabels gebruiken
die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. Het
gebruik van voor buiten geschikte verlengka‐
bels beperkt het risico op een elektrische
schok.
f) Als werken met elektrisch gereedschap in een
vochtige omgeving onvermijdelijk is, maak dan
gebruik van een aardlekschakelaar. Het
gebruik van een aardlekschakelaar verkleint
de kans op een elektrische schok.
23.4
Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
overleg te werk bij het werken met elektrisch
gereedschap. Gebruik geen elektrisch gereed‐
schap als u moe of onder de invloed van
drugs, alcohol of medicijnen bent. Eén
moment van onoplettendheid bij het gebruik
van het elektrische gereedschap kan leiden tot
ernstig letsel.
b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Draag altijd een
veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke
beschermende uitrusting zoals een stofmas‐
ker, werkschoenen met stroeve zool, een vei‐
0458-703-9621-C
ligheidshelm of gehoorbescherming, afhanke‐
lijk van de aard en het gebruik van het elektri‐
sche gereedschap, vermindert de kans op let‐
sel.
c) Voorkom het per ongeluk inschakelen. Contro‐
leer of het elektrische gereedschap is uitge‐
schakeld voordat de steker in de contactdoos
wordt gestoken en/of de accu wordt aangeslo‐
ten, het gereedschap wordt opgepakt of
gedragen. Als bij het dragen van het elektri‐
sche gereedschap uw vinger op de schakelaar
ligt of als het elektrisch gereedschap inge‐
schakeld op het lichtnet wordt aangesloten,
kan dit leiden tot ongevallen.
d) Afstelgereedschap of schroefsleutels verwijde‐
ren voordat het elektrische gereedschap wordt
ingeschakeld. Afstelgereedschap of een sleu‐
tel dat/die in een draaiend deel van het elektri‐
sche gereedschap zit, kan leiden tot letsel.
e) Voorkom een onnatuurlijke lichaamshouding.
Zorg voor een stabiele houding en bewaar
altijd het evenwicht. Hierdoor kan het elektri‐
sche gereedschap in onverwachte situaties
beter onder controle worden gehouden.
f) Geschikte kleding dragen. Draag geen loshan‐
gende kleding of sieraden. Houd haren en kle‐
ding uit de buurt van bewegende delen. Los‐
hangende kleding, sieraden of lange haren
kunnen blijven haken aan bewegende delen.
g) Als er een stofafzuig- en -opvanginrichting
moet worden gemonteerd, moeten deze wor‐
den aangesloten en correct worden gebruikt.
Het gebruik van een stofafzuiginrichting
beperkt het gevaar door stof.
h) Wees alert, voorkom een vals gevoel van vei‐
ligheid en lap de veiligheidsregels voor elek‐
trisch gereedschap niet aan uw laars, ook als
u na veelvuldig gebruik volledig vertrouwd
bent met elektrisch gereedschap. Achteloos
handelen kan binnen een fractie van een
seconde tot zwaar letsel leiden.
23.5
Gebruik en behandeling van
het elektrische gereedschap
a) Het elektrische gereedschap niet overbelas‐
ten. Gebruik voor uw werkzaamheden het
daarvoor bestemde elektrische gereedschap.
Met het passende elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangege‐
ven capaciteitsbereik.
b) Geen elektrisch gereedschap gebruiken waar‐
van de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of
Nederlands
85