LET OP:
• Afstellen van de luchtdeflector moet plaatsvinden terwijl het apparaat is uitgeschakeld.
• Positioneer de luchtrichtingskleppen nooit handmatig (dus niet met de hand). Dit kan tot ernstige schade leiden.
• Steek nooit vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat- / uitlaatopeningen. Dit kan materiële schade en persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
OPMERKING:
• Houd er rekening mee dat om ontwerpredenen niet alle functies in elke bedieningsmodus op het scherm van de afstandsbediening kunnen wor-
den weergegeven. Door op de OPTION toets te drukken, kunt u ontdekken welke functies beschikbaar zijn voor individuele bedrijfsmodi.
• MODE toets Selecteer een bedrijfsmodus
• OPTION toets Selecteer een eigenschap
Koelmodus (COOL)
De koelmodus maakt gelijktijdige koeling van de kamer en vermindering
van de luchtvochtigheid mogelijk.
1. Om de koelmodus te activeren, drukt u op de MODE toets totdat
"COOL" op het scherm van de afstandsbediening verschijnt. De
koelfunctie wordt geactiveerd als de geselecteerde temperatuur lager
is dan de temperatuur in de kamer. (Selectie met de
2. Om de airconditioning te optimaliseren, past u de temperatuur, de
snelheid en de luchtstroomrichting aan door op de betreffende toet-
sen te drukken.
Verwarmingsmodus (HEAT)
De verwarmingsmodus maakt het mogelijk om de kamer te verwarmen.
1. Om de verwarmingsmodus te activeren, drukt u op de MODE toets
tot "HEAT" op het scherm van de afstandsbediening verschijnt. De
verwarmingsfunctie wordt geactiveerd als de geselecteerde tempera-
tuur hoger is dan de temperatuur in de kamer. (Selectie met de
toetsen.)
2. Om de verwarmingsfunctie te optimaliseren past u de temperatuur,
de snelheid en de luchtstroomrichting aan door op de betreffende
toetsen te drukken.
OPMERKING:
• Als het apparaat is uitgerust met een elektrische verwarming, zal dit
de activering van de applicatie enkele minuten vertragen.
• Tijdens de verwarmingsmodus kan een automatische ontdooifunc-
tie worden geactiveerd. Deze ontdooifunctie is onmisbaar voor het
reinigen van het apparaat. Vorstresten op de condensor worden
verwijderd om het volledige warmtewisselingsvermogen te herstel-
len. Deze procedure duurt normaal gesproken 2 - 10 minuten. De
ventilator stopt met werken tijdens het ontdooien. Na het ontdooien
keert het apparaat automatisch terug naar de verwarmingsmodus.
Het apparaat automatisch inschakelen (
Om het apparaat te programmeren om automatisch in te schakelen,
moet het apparaat uitgeschakeld zijn.
1. Druk op de OPTION toets.
2. Gebruik de pijltoetsen om
en
het scherm van de afstandsbediening verschijnt.
3. Druk nogmaals op de OPTION toetsen gebruik de pijltoetsen
om de gewenste tijd in te stellen.
4. Bevestig uw selectie met de OPTION toets.
OPMERKING:
• Herhaal de hierboven beschreven stappen om de ingestelde functie
te annuleren.
• De functie Timer kan worden ingesteld met intervallen van 30 mi-
nuten.
Het apparaat automatisch uitschakelen (
Om het apparaat te programmeren om automatisch uit te schakelen,
moet het apparaat zijn ingeschakeld.
28
CL6044CB_IM
en
toetsen.)
en
)
te selecteren totdat "
" op
en
)
1. Druk op de OPTION toets.
2. Gebruik de pijltoetsen om
en
het scherm van de afstandsbediening verschijnt.
3. Druk nogmaals op de OPTION toets en gebruik de pijltjestoetsen
en
om de gewenste tijd in te stellen.
4. Bevestig uw keuze met de OPTION toets.
OPMERKING:
• Herhaal de hierboven beschreven stappen om de ingestelde functie
te annuleren.
• De timerfunctie kan worden ingesteld met intervallen van 30 minuten.
Ventilatormodus (FAN)
Om de ventilatormodus te activeren, drukt u op de MODE toets totdat
"FAN" op het scherm van de afstandsbediening verschijnt.
Door op de FAN toets te drukken, kunt u de ventilatorsnelheid in de
volgende volgorde aanpassen:
• Uit (
)
• LOW ( )
• MEDIUM (
)
• HIGH (
)
• Turbo (
)
• Automatisch
Luchtontvochtigingsmodus (DRY)
Deze functie verlaagt de luchtvochtigheid en verbetert de luchtkwaliteit
in de kamer.
Om de modus luchtontvochtiging in te schakelen, drukt u op de MODE
toets totdat "DRY" verschijnt in het scherm van de afstandsbediening.
De ventilator wordt geactiveerd met een variabele koelcyclus.
Automatische modus (AUTO)
Om de automatische modus te activeren, drukt u op de MODE toets
totdat "AUTO" in het scherm van de afstandsbediening verschijnt.
De ventilatorsnelheid en de temperatuur worden automatisch geregeld,
ongeacht de temperatuur in de kamer.
Omgevingstemperatuur
< 20 °C
20 °C ~ 26 °C
> 26 °C
Slaapmodus (
)
De functie SLEEP past de temperatuur automatisch aan om de lucht in
de kamer 's nachts bijzonder aangenaam te maken. Tijdens bedrijf in
koel- / ontvochtigingsmodus wordt de ingestelde temperatuur automa-
tisch met 1 °C verhoogd totdat binnen 2 uur een temperatuurstijging van
2 °C is bereikt.
1. Druk op de OPTION toets om de slaapmodus te activeren.
2. Gebruik de pijltoetsen om
en
het scherm van de afstandsbediening verschijnt.
te selecteren totdat "
" op
Bedrijfsmodus
Verwarmen
Luchtontvochtiger
Koud
te selecteren totdat "
" op
17.12.20