BOMANN CL 6044 QC CB Mode D'emploi page 24

Het is uiterst belangrijk dat de condenswaterbuis van de binneneenheid
op de juiste manier wordt geïnstalleerd.
1. Leg de afvoerslang onder de buis en zorg ervoor dat er geen zakken
of lage delen zijn.
2. De afvoerslang moet naar beneden hellen om de doorstroming van
het condenswater te vergemakkelijken.
3. Buig of draai de afvoerslang niet. Laat het niet uitsteken. Dompel het
uiteinde niet onder in water. Als de buis wordt aangesloten op een
verlengstuk, let dan op de aansluiting bij het plaatsen in de binnen-
eenheid.
4. Als de koelmiddelbuizen worden gelegd zoals afgebeeld bij nr. 3 in
het hoofdstuk "Uitlijning van de koelmiddelbuizen", dan moeten de
buizen, de aansluitkabel voor de buiteneenheid en de afvoerbuis
voor condenswater met buiskoppelingen aan de achterzijde van het
toestel worden vastgezet.
5. Steek de buiskoppeling in het betreffende toestel.
6. Druk de verbindingsleiding stevig in de airconditioningeenheid en
zorg ervoor dat de verbinding goed vastzit.
LET OP:
Voorkom knikken tijdens het positioneren en laat deze werkzaamhe-
den alleen uitvoeren door gecertificeerde gespecialiseerde bedrijven!
1. Leg de buizen, de aansluitkabel van de buitenunit en de condenswa-
terbuis met uiterste zorg naar de plek waar deze door de muur naar
buiten moeten worden geleid.
2. Bind de koelmiddelbuizen, de aansluitkabel van de buiteneenheid en
de condenswaterbuis met vinyltape aan elkaar vast en dek vervol-
gens alles goed af met isolatietape (niet bij de levering inbegrepen).
LET OP:
• Zorg ervoor dat de leidingen ondoordringbaar zijn afgedicht om
vochtschade en schimmelvorming in de muur te voorkomen.
• Zorg ervoor dat alle blootliggende buisdelen voldoende zijn geïso-
leerd.
3. Boor een gat met een diameter van 57 mm en een helling / helling van
5 - 7 mm. (Foto 2)
24
CL6044CB_IM
De condenswaterbuis naar de binneneenheid aansluiten
Installatie van de binnenunit en muurdoorvoer naar buiten
OPMERKING:
Boor deze met een lichte helling van 5 - 7 mm naar buiten toe, zodat
het condenswater kan weglopen. Zorg er in ieder geval voor dat er
over de gehele lengte van de condenswaterbuis een helling is in de
richting van de opening in de muur.
4. Plaats de gatafdekking.
5. Leid de geïsoleerde buizen, de aansluitkabel voor de buiteneenheid
en de condenswaterbuizen door de opening in de muur.
OPMERKING:
Sluit na het plaatsen van de buizen, het gat in de muur waardoor de
buizen zijn gevoerd zowel luchtdicht als waterdicht af.
6. Bevestig de binneneenheid stevig aan het bovenste deel van de
wandmontageplaat.
17.12.20