Foutstatusaanduidingen
De onderstaande patronen van de controlelampjes geven de volgende foutsituaties aan:
Status controlelampjes
Alle controlelampjes zijn groen.
Bij het aanzetten blijven alle controlelampjes gedurende
lange tijd rood.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes groen, terwijl de overige
controlelampjes continu rood branden.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes groen, terwijl de overige
controlelampjes NIeT continu rood branden.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes rood, terwijl de overige
controlelampjes continu rood branden.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes rood, terwijl de overige
controlelampjes NIET continu rood branden.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen een of
meer controlelampjes oranje.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knippert een
controlelampje oranje, terwijl de overige controlelampjes
continu rood branden.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen alle
controlelampjes oranje.
Bij normaal gebruik zijn alle controlelampjes continu
rood.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes oranje, terwijl de overige
controlelampjes groen knipperen.
Bij het aanzetten of bij normaal gebruik knipperen
een of meer controlelampjes oranje, terwijl de overige
controlelampjes rood knipperen.
Beschrijving
Dit is de normale status van de versterker in bedrijf.
De versterker wacht totdat de gelijstroomoffsetstoringen zijn verdwenen. Een
gelijkstroom-offsetstoring kan ontstaan als er een te hoge gelijkspanning staat op
de uitgang van de voorversterker die de P777 voedt. De versterker werkt weer
normaal als de lijnen binnen 20 seconden weer storingsvrij zijn.
De stroomstoring kan niet worden verholpen. Controlelampjes geven aan welke
onderdelen van de versterker met een gelijkstroom-offsetstoring te maken hebben.
Het kan ook zijn dat er op hetzelfde kanaal binnen 12 seconden na het opheffen
van een eerdere gelijkstroomoffsetstoring opnieuw een gelijkstroomoffsetstoring is
opgetreden
De versterker probeert een gelijkstroom-offsetstoring te verhelpen op het kanaal
waarvan een groen controlelampje knippert.
Een kortsluiting kan niet worden verholpen. De knipperende rode controlelampjes
geven aan in welke onderdelen van de versterker de kortsluiting optreedt. Het kan
ook zijn dat er binnen 12 seconden na het verhelpen van een eerdere kortsluiting
op hetzelfde kanaal opnieuw een kortsluiting is opgetreden.
De versterker probeert een kortsluiting te verhelpen op het kanaal waarvan een
rood controlelampje knippert.
De versterker probeert een oververhittingsstoring te verhelpen op het kanaal
waarvan een oranje controlelampje knippert.
Er is binnen 12 seconden na het verhelpen van een eerdere oververhitting
een nieuwe oververhitting opgetreden op hetzelfde kanaal. De knipperende
controlelampjes geven aan welke onderdelen van de versterker oververhit zijn.
De versterker probeert een oververhitting op meer dan één kanaal te verhelpen of
de transformators zijn oververhit.
Er is een oververhitting opgetreden op een of meer kanalen of de transformators
zijn binnen 12 seconden na het verhelpen van een eerdere oververhitting opnieuw
oververhit geraakt.
Er is een gelijkstroomoffsetstoring ontstaan op een of meer kanalen terwijl
geprobeerd werd een meervoudige oververhittingsstoring te verhelpen.
Er is een kortsluiting ontstaan op een of meer kanalen terwijl geprobeerd werd een
meervoudige oververhittingsstoring te verhelpen.
Wat gebeurt met de versterker
Niets
Om te controleren of er sprake is van een te hoge gelijkspanning, verwijdert u de
doorverbonden signaalkabels (terwijl de P7 is uitgeschakeld) en zet u de P777 weer aan. De
storing zou moeten zijn verholpen.
De versterker valt uit. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit en weer aanzetten
om de versterker te resetten (u kunt de trigger NIET gebruiken de versterker te resetten).
De versterker dempt het gestoorde kanaal en het kanaal waarmee het een paar vormt. De
versterker blijft twee seconden lang in deze toestand of (als dat zich eerder voordoet) totdat
de storing verdwijnt.
De versterker valt uit. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit en weer aanzetten
om de versterker te resetten (u kunt de trigger NIET gebruiken de versterker te resetten).
De versterker dempt het gestoorde kanaal en het kanaal waarmee het een paar vormt. De
versterker blijft een halve seconde lang in deze toestand of (als dat zich eerder voordoet)
totdat de storing verdwijnt.
De versterker dempt het kanaal met de storing en het kanaal waarmee het een paar vormt,
en de ventilator wordt ingesteld op maximumsnelheid. De versterker blijft in deze toestand
totdat het kanaal afgekoeld is.
De versterker houdt ermee op. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit- en weer
aanzetten om de versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer inschakelt, wordt de
versterker ook gereset).
De versterker dempt alle kanalen en de ventilator wordt ingesteld op maximumsnelheid. De
versterker blijft in deze toestand totdat alle kanalen af zijn gekoeld of de transformators zijn
afgekoeld.
De versterker valt uit. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten
om de versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer inschakelt, wordt de versterker ook
gereset).
De versterker valt uit. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten
om de versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer inschakelt, wordt de versterker
NIET gereset).
De versterker valt uit. U moet het apparaat met de aan/uit-schakelaar uit- en weer aanzetten
om de versterker te resetten (als u de trigger uit- en weer inschakelt, wordt de versterker ook
gereset).
n-10