6.5.6 Lediging van de opvangzak (indien
voorzien, enkel voor modellen
met opvang achteraan)
OPMERKING Het legen van de
opvangzak kan alléén worden uitgevoerd
als de messen uitgeschakeld zijn; is dit
niet het geval dan slaat de motor af.
• Zorg dat de opvangzak niet te
vol raakt om verstopping van het
uitwerpkanaal te voorkomen.
• Een geluidssignaal geeft aan
dat de opvangzak vol is:
1. de snij-inrichtingen uitschakelen
(par. 5.9) en het signaal stopt;
2. plaats het versnellingscommando in de
stand voor minimaal toerental "schildpad";
3. stop de beweging en zet de machine
in vrije stand (par. 5.2; par. 5.3);
4. trek de handrem aan.
• Handmatige bediening
5. trek de hendel uit (afb. 28.A) en kantel
de opvangzak om hem leeg te maken;
6. sluit de opvangzak zodat dat hij wordt
vastgekoppeld aan de veerhaak (afb.
28.B) en plaats de hendel terug.
• Elektrische bediening
5. met de bediener op de stoel, moet
de knop (afb. 28.C) ingedrukt
gehouden worden tot de opvangzak
helemaal is gekanteld;
6. als de zak helemaal is leeggemaakt,
moet de knop ingedrukt gehouden
worden (afb. 28.D) tot de
opvangzak helemaal is gedaald,
en controleer dat hij bevestigd blijft
aan de veerhaak (afb. 28.B).
OPMERKING Het kan zijn, nadat de
zak is leeggemaakt, dat het geluidssignaal
opnieuw wordt geactiveerd wanneer de
snijgroep wordt gekoppeld omdat er gras
achterbleef op de microschakelaar; in dit
geval moet de snijgroep ontkoppeld worden
en onmiddellijk opnieuw gekoppeld worden
om het geluidssignaal uit te schakelen.
Houd de taster (afb. 28.E) altijd schoon.
6.5.7 Reiniging van het uitwerpkanaal
(enkel voor modellen met
opvang achteraan)
• In geval van hoog en nat gras gecombineerd
met een te hoge snelheid kan er zich een
verstopping van het uitwerpkanaal voordoen.
In geval van verstopping dient men in acht te
nemen wat beschreven is in hoofdstuk 7.6.2.
6.5.8 Einde van het maaien
Na het maaien:
1. de snij-inrichtingen uitschakelen;
2. het aantal toeren van de motor verminderen
3. de terugweg afleggen met de
snijgroep in de hoogste stand.
6.6 STOPPEN
Om de machine te stoppen, dient men:
1. plaats het versnellingscommando in de
stand voor minimaal toerental "schildpad";
Om een ontploffing in de knalpot
te vermijden dient u de gashendel, 20
seconden voordat u de motor afzet,
in de stand «schildpad» te laten.
2. de motor uitschakelen door de
sleutel in de stop-stand te zetten;
3. wanneer de motor uitgeschakeld
is, de brandstofkraan (afb. 25.A)
openen (indien voorzien);
4. de sleutel verwijderen
BELANGRIJK Om de lading van de accu
in stand te houden, wordt de sleutel niet in
de stand «draaien» of «koplampen aan»
gelaten wanneer de motor niet aanstaat.
De motor kan onmiddellijk na
het uitschakelen zeer warm zijn. Raak
de knalpot of de delen ernaast niet
aan. Gevaar op brandwonden.
6.7 NA HET GEBRUIK
1. Laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
2. Reinig de machine (par. 7.6).
3. Controleer dat geen geloste of
beschadigde delen aanwezig zijn. Vervang
indien noodzakelijk de beschadigde
componenten en draai eventueel geloste
bouten en schroeven vast, of contacteer
een erkende assistentiedienst.
BELANGRIJK
– Stel de snijgroep laag;
– zet de machine in de vrijstand;
– trek de handrem aan;
– leg de motor stil
NL - 21