4.3 Activering / deactivering van de functie detectie
open raam
Raadpleeg de inleiding van dit hoofdstuk voor toegang tot het functiemenu en
NL
navigeren tussen de functies.
Uw radiator kan een belangrijke temperatuurdaling detecte-
ren, bijvoorbeeld als een raam langere tijd openstaat in de winter.
Hij past zijn werking automatisch aan, zodat u energie kunt bespa-
ren.
In dat geval gaat het controlelampje "detectie open raam"
branden.
Als de temperatuur van het vertrek weer stabiel is, hervat de radiator zijn
normale werking en verdwijnt de weergave
U kunt deze functie activeren of deactiveren door op – of + te drukken.
• Het icoon
geeft aan dat de functie actief is. Het betreft de modus die
standaard wordt gekozen.
• Het icoon
geeft aan dat de functie inactief is.
bElANgrIjK Om optimaal van deze functie gebruik te maken, moet de radiator
dicht bij het openslaande raam staan zonder tussenplaatsing van een meubel of
ander voorwerp.
Temperatuurijking
Als u na enkele dagen merkt dat er een verschil is tussen de
temperatuur die in uw vertrek wordt geconstateerd en de tempera-
tuur die op het toestel is geprogrammeerd, kunt u de radiator kali-
breren met intervallen van 0,1°C door de volgende procedure te
volgen.
Druk 5 seconden op de toets MODE om naar de geavanceerde functies te
gaan. Vervolgens enkele keren de toets MODE indrukken om de functie ijking van de
radiator te bereiken (raadpleeg voor meer details het begin van deze sectie).
1) De functie ijking toont de temperatuur die door uw toestel wordt gemeten
(bijv.: het toestel geeft 19,0°C weer).
2) Meet de kamertemperatuur in de nabijheid van de radiator met behulp van
een referentiethermometer (bijv.: de thermometer geeft 20,0°C weer).
NOOT: De thermometer moet zich ongeveer 2 meter van de radiator bevinden,
zonder tussenplaatsing van meubels.
3) Druk, als de temperatuur afwijkt van de temperatuur aangegeven op het
toestel, op de toetsen – of + om ze met elkaar overeen te laten komen (bijv.:
druk enkele keren op de toets + tot het display 20,0°C weergeeft).
64
.
40008126
5. Aanbevelingen voor het onderhoud
en het verhelpen van storingen
5.1 Dagelijks onderhoud
Kiezen voor de beste materialen en de kwaliteit van de oppervlaktebehande-
ling beschermen de radiator tegen corrosie en schokken.
Om de levensduur van het toestel te garanderen, raden wij u aan bij reiniging
geen schuurmiddelen of bijtende middelen te gebruiken. Gebruik bij voorkeur een lauw
sopje of een droge doek.
5.2 Probleemoplossing
De radiator kan waarschuwen voor storingen door middel van
foutmeldingen op het display.
In onderstaande tabel staat een overzicht van de 2 mogelijke foutcodes en de
te ondernemen acties:
Foutmel-
gevolg
Diagnose
ding
Geen communicatie met
de regeling van de radiator:
De radiator stopt
E1
de displaykaart communi-
met verwarmen.
ceert niet meer met de
regelkaart.
Voeler defect: de regelkaart
De radiator stopt
E2
ontvangt geen informatie
met verwarmen.
over temperatuurmetingen.
NA EEN STrOOmSTOrINg vAN mEEr DAN EEN UUr:
Als het toestel op het moment van de storing in de programmamodus stond,
start het weer op in de modus Vorstvrij.
Het is dan noodzakelijk de tijd en het uur opnieuw in te stellen (zie hoofdstuk
4.1 en 4.2)
Aanbevelingen voor het onderhoud en het verhelpen van storingen 65
40008126
FR
NL
hoe te
handelen
Neem contact op
met uw dealer.
Neem contact op
met uw dealer.