Monteer de kiel met gemonteerde ballast van onderaf
aan de scheepsromp, zoals getoond in afbeelding 2b.
De kiel bevestigt u met een borgring en M4-moer aan
de scheepsromp, zoals getoond in afbeelding 2c.
Let op een goede bevestiging van kiel en ballast. De
bevestigingsmoeren moeten met een druppel borglak
tegen lossen worden verzekerd.
Controleer voor elke vaart of de getoonde bevestigings-
moeren vast zitten.
Om de scheepsromp af te dichten, moet de omgeving
aan de scheepsromp, waarin de kiel is gestoken, met
silicoondichtmassa worden afgedicht (afbeelding 2b,
stippellijn).
c) Roeren monteren
In afbeelding 3a ziet u symbolisch weergegeven het
roer (1) en de roerstuurhendel (2) en de servostuur-
hendel (3).
Let bij de volgende montage van het roer op de
correcte, rechthoekige afstelling van de stuurhendel
t.o.v. het neutraal staande roer, zoals getoond.
Schuif het roer met stang van onderaf in de scheeps-
romp, zoals getoond in afbeelding 3b. Voor de
afdichting plaats u een beetje universeel smeermiddel
in de leiding.
70
Afbeelding 2b
Afbeelding 2c
Afbeelding 3a
Afbeelding 3b