• Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let hierbij op
zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen
van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling vertonen.
• De ontvangeraccu die voor de werking nodig is en de accu´s die eventueel in de zender geplaatst zijn, moeten
volgens de aanwijzingen van de fabrikant opgeladen worden.
• Als u batterijen voor de stroomvoorziening van de zender gebruikt, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben
(eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen vervangen
worden, dus nooit aparte batterijen.
• Vóór elk gebruik moeten de instellingen van de trimregelaar van de zender voor de verschillende stuurrichtingen
gecontroleerd en indien nodig aangepast worden.
• Stel voor het gebruik van uw model de antenne op de zender altijd zo af dat de tip van de antenne in uw
voorkeurshouding van de zender, zo recht mogelijk naar boven wijst. Anders kan de zender de stuursignalen niet
optimaal uitstralen, wat eventueel een aanzienlijk kleiner bereik betekent.
c) Tijdens het gebruik
• U mag bij het gebruik van het product geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk
van uw verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Houd daarom bij het
gebruik voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen.
• Kies een geschikte waterloop voor het gebruik van uw model. Bij twijfel vraagt u aan de verantwoordelijke voor de
waterloop, of het gebruik van uw model daar is toegelaten.
• De gekozen waterloop moet voor het gebruik van uw model vrij zijn van slingerplanten (vb. zeegras). Er mogen ook
geen voorwerpen (vb. takken) in het water zwemmen.
• Let bij de geselecteerde waterloop op stromingen en andere ongunstige omstandigheden, die het gebruik van het
model bemoeilijken of helemaal onmogelijk maken. Gevaar voor verlies van het model!
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kan verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Vaar niet rechtstreeks in de richting van in het water zwemmende personen of dieren.
• Richt de antenne van de zender nooit direct op het model. Daardoor wordt de signaaloverdracht naar het model
duidelijk slechter.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Sluit na een uitvaart altijd
eerst de ontvangeraccu af of schakel het model uit. Pas daarna mag de afstandsbediening uitgeschakeld worden.
• In geval van een defect of een verkeerde werking moet eerst de oorzaak van de storing verholpen worden voordat
u het model weer start.
• U mag het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd aan direct zonlicht of grote hitte blootstellen.
67