PROGRAMMEREN ADRESSEN
AANSLUITSCHEMA'S
a) Bedrading van LED-uitgangen
1.
Gemeenschappelijke anode-schakeling; "CA/CC"-jumper is verwijderd, Ri = 1kΩ of Ri = 0kΩ.
2.
Gemeenschappelijke kathode-schakeling; "CA/CC"-jumper is geplaatst, Ri = 1kΩ of Ri = 0kΩ
Schakel de module uit voordat u de "CA/CC"-jumper instelt/verwijdert voor de selectie van het type schakeling voor de bedrading van
de LED-uitgangen! Het plaatsen/verwijderen van de jumper, wanneer de stroom is ingeschakeld, verandert het type schakeling niet!
b) Aansluiting externe voeding
c) Lusaansluiting
d) Bedrading van speciale LED-uitgangen
LED-uitgangen "FIRE", "FAULT", "DISABLEMENT" (voor het herhalen van gebeurtenissen van het brandmeldpaneel) en "POWER
ON" (voor indicatie van aanwezigheid van voeding van het op de module aangesloten nabootsings- / herhaalpaneel) zijn bedraad op
dezelfde manier als beschreven voor LED-uitgangen 1-32.
e) LED-indicatie van de modulestatus
GEEL, verlichting AAN - geen externe voeding 12-24VDC aangesloten op de module;
ROOD, verlichting AAN – apparaat wordt geselecteerd vanaf het bedieningspaneel, de LED wordt handmatig AAN gezet om de lokale
plaats van de module te achterhalen;
ROOD, knippert langzaam met een interval van 10 sec. – communicatie met het bedieningspaneel, normale werkingsmodus.
Gebruik de kabel met de klem met 5 pinnen.
De ingebouwde isolator wordt gebruikt