4.2 Temperatuurregelaar
Het verwarmingstoestel is met een thermostaat uitgerust
waarmee de kamertemperatuur door de betreffende instelling
geregeld kan worden. De instelling ∗ betekent een
kamertemperatuur van ca.6 °C (vorstveiligheidinstelling).
Hogere temperatuurinstellingen liggen tussen 1 en maximaal 6.
De controlelamp licht op wanneer het toestel verwarmt.
4.3 Verwarmingstoestellen met tijdschakelklok
Met de schuifschakelaar links naast de tijdschakelklok wordt het
verwarmingstoestel ingeschakeld. In de positie
convector manueel, m.a.w . zonder tijdschakelklok bedreven
De positie
betekent automatisch bedrijf, m.a.w. de convector
wordt automatisch door de schakelklok in- resp. uitgeschakeld.
De thermostaat zorgt voor een gelijkmatige kamertemperatuur
tijdens de inschakeltijd.
Buiten de inschakeltijd vindt geen verwarmingsbedrijf (ook geen
vorstbescherming) plaats.
Tijd instellen:
De schakelklok in de richting van de wijzers van de klok draaien
tot de actuele tijd aan de markering ▲ staat.
Verwarmingstoestel aan: segmenten naar buiten schuiven.
Verwarmingstoestel uit: segmenten naar binnen schuiven.
Elk segment komt overeen met een in- of uitschakelduur van 20
minuten. Om bijvoorbeeld een inschakelduur van 2 uur in te
stellen worden 6 segmenten naar buiten geschoven.
De schakelklok kan voor meerdere "in/uit-" fasen met
verschillende lengte geprogrammeerd worden.
O
Thermostaat Keuzeschakelaar Automatisch/Uit/Manueel Schakelklok
Het automatische bedrijf kan altijd door omstellen naar " "
(manueel) of "0" (uit) buiten werking gezet worden.
5. Oververhittingsveiligheid
Voor uw veiligheid is het verwarmingstoestel met een
oververhittingsveiligheid uitgerust. Wanneer de luchtcirculatie
gestoord is (bijvoorbeeld door het feit dat het luchtrooster
bedekt of gesloten is) dan schakelt het toestel automatisch uit.
In dit geval moet de stroomverzorging van het
verwarmingstoestel enkele minuten onderbroken worden
(schakelaar in de „O-positie of ontkoppeling van het net) zodat
het toestel voldoende kan afkoelen. Voor de nieuwe
inbedrijfstelling van het toestel moet u de oorzaken voor de
activering van de oververhittingsveiligheid verwijderen.
Om te verzekeren dat het volledige luchtvermogen afgegeven
wordt moeten de luchtin- en luchtuitlaatopeningen stofvrij
gehouden worden. Voor de verwarmingperiode kunt u hel
toetsel met een stofzuiger reinigen!
6.Storingen
Wanneer het verwarmingstoestel geen warmte afgeeft moet u
controleren of het toestel ingeschakeld is en de thermostaat op
de gewenste temperatuur ingesteld is.
Wanneer de storing niet verholpen kan worden gelieve zich dan
tot de installateur bij u in de buurt te wenden.
Reparaties en interventies in het apparaat mogen uitsluitend
door een elektrische installateur.
wordt de
7. Reiniging
Voor de reiniging moet het apparaat van het net ontkoppeld en
afgekoeld zijn. De buitenkant kan gereinigd worden met een
zachte, vochtige doek. Voor de reiniging geen schuurpoeder of
meubelpolish gebruiken omdat deze het oppervlak kunnen
beschadigen.
Stof in het apparaat kunnen van buiten met een stofzuiger
verwijderd worden.
8. Technische gegevens
Aansluitspanning
Temperatuurregelaar
Veiligheidscategorie I
Veiligheidscategorie
Type
PLX 500
PLX 750
PLX 1000
PLX 1500
PLX 2000
PLX 2500
PLX 3000
Boormaten (frontaanzicht)
150
255
9. Garantie
Wij verlenen voor dit product een garantie van 2 jaar in
overeenstemming met onze garantievoorwaarden.
Verwijdering
Het apparaat mag niet met het algemene huisvuil
verwijderd worden.
1/N/PE~ 230V, 50Hz
6-30°C
Veiligheidsaarddraadaansluiting
IP 24
Vermogen
Gewicht Breedte Hoogte DiepteMaat A
250/500 W
4,8 kg
375/750 W
6,2 kg
500/1000 W
6,2 kg
750/1500 W
6,6 kg
1000/2000 W
8,0 kg
1250/2500 W
9,5 kg
1500/3000 W
9,5 kg
118
214
A
Kabelinvoer
(alle maten in mm)
448
430
115
116
618
430
115
286
618
430
115
286
686
430
115
354
858
430
115
526
858
430
145
526
858
430
145
526
150
141
430
184
105
150
65