FUNCTIETEST
Functietest van de indicator bij de eerste inbedrijfstelling
Functiecontrole van het 2. lekindicator als extra-alarmtoestel
BEDIENING
De bediening beperkt zich normaal gesproken tot de volgende regelmatige bewaking van het
lekindicator:
22 / 28
• Groen lampje
• Controletoets
rood lampje
wordt geactiveerd OK.
• Controletoets
rood lampje
OK.
• Opvangreservoir onder het testventiel
• Openen van het testventiel
rood ampje
geactiveerd
OK.
• Testventiel
sluiten.
• Transmissie-inrichting
• Lekdetectievloeistof tot aan het midden van het
kijkglaasje
van de LIV-reservoir
• Transmissieinrichting
rood lampje
De alarmmelding loopt op beide lekindicatoren gelijktijdig.
De volgende functietest heeft geen invloed op het
lekindicator:
• Groen lampje
• Controletoets
rood lampje
wordt geactiveerd
OK.
• Controletoets
rood ampje
• Het groene lampje
• Het rode lampje
• Het alarm A4 weerklinkt niet?
• Het extra alarm (optie) is niet in bedrijf? OK.
Lekindicator type LAG 2000 A
A1 brandt OK.
A5 indrukken „Ein":
A3 brandt, en alarm A4
A5 opnieuw indrukken „Aus":
A3 gaat uit en alarm eindigt A4
:
A3 brandt en alarm A4 wordt
uit de LIV-reservoir
monteren:
A3 gaat uit en alarm eindigt A4 OK
a
A1 brandt OK.
A5 indrukken „Ein":
A3 brandt, en alarm A4
A5 opnieuw indrukken „Aus":
A3 gaat uit en alarm eindigt A4 OK.
A1 brandt?
A3 brandt niet?
plaatsen
nemen.
vullen.
OK.
OK.
OK.