Vastslaan
Mocht het snijmes door te dichte vegetatie blokkeren, zet
dan direct de motor uit. Bevrijd de machine van gras en
onkruid, voordat u deze weer in gebruik neemt.
Voorkomen van terugslag
Bij het werken met het snijmes bestaat het gevaar voor
terugslaan bij het contact met vaste hindernissen (boom-
stam, tak, boomstronk, steen, etc.). De machine slaat
daarbij tegen de draairichting van de motor in terug. Dit
kan ervoor zorgen dat u de controle over de machine ver-
liest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van hekken,
metalen palen, grensstenen of funderingen.
Voor het maaien van dikke stelen, de machine positione-
ren zoals is getoond in afbeelding 9f, zodat terugslaan
wordt voorkomen.
Reiniging, onderhoud en bestellen van reser-
veonderdelen
Reiniging
• Houd de beschermingsinrichtingen, luchtspleten en de
motorbehuizing zo stof- en vuilvrij als mogelijk is. Wrijf
de machine met een schone doek af of blaas deze met
perslucht met een lage druk af.
• We raden u aan de machine direct na elk gebruik te
reinigen.
• Reinig de machine regelmatig met een vochtige doek
en wat groene zeep. Gebruik geen reinigings- of oplos-
middelen, deze kunnen de kunststofonderdelen van de
machine aantasten. Let erop dat geen water binnenin
de machine komt.
Onderhoud
Schakel de machine vóór onderhoudswerkzaamheden
altijd uit en trek de bougiedop los.
Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. Draadspoel met de meegeleverde sleutel openschroe-
ven en de draadspoelbout verwijderen (afb. 12a/12b).
Let op: Linkse schroefdraad
2. Draadspoel uit de draadspoelbehuizing verwijderen
(afb. 12c).
3. Evt. nog aanwezige snijdraad verwijderen.
4. Nieuwe snijdraad in het midden samenvouwen en de
ontstane lus in de uitsparing van de spoeldeler ha-
ken. (Afb. 12d)
5. Draad onder spanning linksom opwikkelen. De spoel-
deler scheidt daarbij de beide helften van de nylon-
draad. (Afb. 12e)
6. De laatste 15 cm van de beide draaduiteinden in de
tegenoverliggende draadhouder van de draadspoel
haken. (Afb. 12f)
7. De beide draaduiteinden door de metalen openingen
in de draadspoelbehuizing leiden (afb. 12c).
8. Draadspoel in de draadspoelbehuizing drukken.
9. Draadspoel met de draadspoelbout vastschroeven
(afb. 12a/12b)
10. Kort en krachtig aan de beide draaduiteinden trekken
om deze uit de draadhouders in de draadspoel los te
maken.
11. Overtollige draad tot ca. 13 cm afknippen. Dit vermin-
dert de belasting van de motor tijdens het starten en
opwarmen.
12. Draadspoel weer monteren, zie punt 6.1.6. Wordt de
complete draadspoel vervangen, kunnen punten 3-6
worden overgeslagen.
Onderhoud van het luchtfilter
Vervuilde luchtfilters verminderen het motorvermogen
door een te geringe luchttoevoer naar de carburateur.
Daarom zijn regelmatige controles absoluut noodzakelijk.
Het luchtfilter moet elke 25 bedrijfsuren worden gecon-
troleerd en indien nodig gereinigd. Bij zeer stoffige lucht
moet het luchtfilter vaker worden gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel (afb. 10a)
2. Verwijder het filterelement (afb. 10b)
3. Reinig het filterelement door uitkloppen of uitblazen.
4. Het samenbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let op: Luchtfilter nooit met benzine of brandbare oplos-
middelen reinigen.
Onderhoud van de bougie
Bougiespleet = 0,6 mm. De bougie aanhalen met 12 tot
15 Nm. Controleer de bougie voor de eerste keer na 10
bedrijfsuren op vervuiling en reinig deze eventueel met
een koperdraadborstel. Daarna elke 50 uur onderhoud
uitvoeren aan de bougie.
1. Trek de bougiedop (afb. 11a) met een draaibeweging
los.
2. Verwijder de bougie (afb. 11b) met de meegeleverde
bougiesleutel.
3. Het samenbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Slijpen van het draadmes
Het draadmes kan na verloop van tijd stomp worden.
Mocht u dit constateren, draai dan de 2 bouten los waar-
mee het mes op de beschermkap is bevestigd. Bevestig
het mes in een bankschroef. Slijp het mes met een vlakke
vijl en let erop dat de hoek van de snijkant gehandhaafd
blijft. Vijl slechts in één richting.
Carburateurinstellingen
Let op! ! Instellingen aan de carburateur mogen uitslui-
tend door een geautoriseerde klantendienst worden uit-
gevoerd. Voor alle werkzaamheden aan de carburateur
moet eerst het luchtfilterdeksel zoals getoond in afbeel-
ding 10a en 10b worden gedemonteerd.
Instellen van de gaskabel:
Mocht het maximale toerental van de machine na verloop
van tijd niet meer kunnen worden bereikt en alle andere
oorzaken die zijn genoemd in paragraaf 11 Verhelpen
van storingen uit te sluiten zijn, kan het instellen van de
gaskabel noodzakelijk zijn. Controleer hierbij eerst of de
carburateur bij volledig doorgedrukte gashendel opent.
Dit is het geval als de gasschuif (afb. 13a/pos. A) bij
volgas tegen de aanslag (afb. 13a/pos. B) ligt. Afbeelding
13a, toont de correcte instelling. Mocht de gasschuif de
aanslag niet raken, is verdere afstelling noodzakelijk.
Om de gaskabel af te stellen zijn de volgende stappen
noodzakelijk:
• Draai de contramoer los (afb. 13b/pos. C) enkele sla-
gen.
• Draai de stelschroef (afb. 13b/pos D) los, tot de gas-
NL-8