Veiligheidsmaatregelen bij de omgang met het
snijblad
1. ALLE WAARSCHUWINGEN OPVOLGEN evenals
alle aanwijzingen voor het gebruik en de montage van
het snijblad.
2. Het snijblad kan plotseling van voorwerpen wor-
den weggeslingerd, als deze niet kunnen worden
doorgemaaid/doorgesneden. Dit kan letsel ver-
oorzaken aan armen en benen. Houd omstanders
en dieren in alle richtingen minimaal 15 m uit de buurt
van de werkpositie. Mocht de machine vreemde voor-
werpen raken, stop dan de motor direct en beng het
snijblad tot stilstand. Controleer het blad op beschadi-
gingen. Vervang het snijblad altijd als het verbogen of
gescheurd is.
3. HET SNIJBLAD SLINGERT VOORWERPEN MET
GROTE KRACHT WEG. Dit kan blindheid en letsel
veroorzaken. Draag oog-, gezichts- en beenbescher-
ming. Verwijder voorwerpen altijd uit het werkbereik,
voordat u het snijblad gebruikt. Houd in alle richtingen
een afstand van 15 meter tussen uzelf en ander per-
sonen of dieren.
4. Controleer uw machine en aanbouwonderdelen
vóór elk gebruik zorgvuldig op beschadigingen.
Gebruik de machine niet, als niet alle snijbladaan-
bouwonderdelen correct zijn gemonteerd.
5. HET SNIJBLAD LOOPT NA ALS DE SMOORKLEP
(gashendel) WORDT LOSGELATEN. Een nalopend
snijblad kan bij uzelf of bij omstanders snijletsel ver-
oorzaken. Voordat uw gaat werken met het snijblad,
de motor uitzetten en controleren of het snijblad tot
stilstand is gekomen.
6. GEVARENZONE MET EEN DIAMETER VAN 15 ME-
TER. Omstanders kunnen blind raken of letsel oplo-
pen. Houd in alle richtingen een afstand van 15 meter
tussen uzelf en ander personen of dieren.
Omschrijving van de machine
1.
Verbindingsstuk machineboom
2.
Machineboom
3.
Stuurhandgreep
4.
Startkoord
5.
Chokehendel
6.
Benzinetank
7.
Brandstofpomp „primer"
8.
Afdekking luchtfilterhuis
9.
Aan-/uit-schakelaar
10. Arretering
11. Gashendel
12. Gashendelblokkering
13. Draadspoel met snijdraad
14a Beschermkap snijdraad
14b Beschermkap snijmes
15. Draagband
16. Snijmes
17. Sleutel voor het verwisselen van de spoel
19. 3 x bout voor beschermkap
20. Borgveerpen
25. Fixeerring
26. Meenemerring
27. Moer
28. Olie-/benzinemengfles
29. Bougiesleutel
30. Inbussleutel
31. Arreteringspen
Leveromvang
• Open de verpakking en haal de machine voorzichtig uit
• Controleer of de leveromvang compleet is.
• Controleer de machine en accessoires op transport-
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het aflopen
LET OP!
Machine en verpakkingsmateriaal zijn geen kinder-
speelgoed! Kinderen mogen niet met kunststofzak-
ken, folie en kleine onderdelen spelen! Er bestaat
gevaar voor inslikken en verstikking!
Bedoeld gebruik
De machine is geschikt voor het maaien van gras en ga-
zons. Het opvolgen van de gebruikshandleiding van de
fabrikant is een voorwaarde voor een correct gebruik van
de machine. Elke andere toepassing die niet uitdrukke-
lijk in deze handleiding wordt toegestaan, kan tot schade
aan de machine leiden en een ernstig gevaar vormen
voor de gebruiker. Houd absoluut rekening met de beper-
kingen in de veiligheidsaanwijzingen. Houd er rekening
mee dat onze machines volgens het bedoeld gebruik niet
zijn geconstrueerd voor commercieel, professioneel of
industrieel gebruik. We accepteren geen garantie als de
machine wordt gebruikt voor commerciële, professionele,
industriële en hiermee vergelijkbare werkzaamheden.
Let op! Vanwege het risico op lichamelijk letsel bij de ge-
(afb. 1/2)
bruiker, mag de benzinemotorzeis niet worden gebruikt
voor de volgende werkzaamheden: voor het reinigen
van looppaden en als hakselaar voor het verkleinen van
boom- en hegsnijafval. Verder mag de benzinemotorzeis
niet worden gebruikt voor het egaliseren van bodemonef-
fenheden, zoals molshopen. Uit veiligheidsoverwegingen
mag de benzinemotorzeis niet als aandrijfaggregaat voor
andere werkgereedschappen en gereedschapsets van
welke aard dan ook worden gebruikt. De machine mag
alleen volgens het bedoeld gebruik worden gebruikt. Elk
verdergaand gebruik geldt als niet bedoeld. Voor daardoor
ontstane schade of letsel van welke aard dan ook, is de
gebruiker/bediener verantwoordelijk en niet de fabrikant.
Voor ingebruikname
6.1 Montage
6.1.1 Montage van de stuurhandgreep
Monteer de stuurhandgreep zoals is getoond in de af-
beeldingen 3a-3c. De bouten pas vastdraaien als u de
optimale werkpositie met de draagband heeft ingesteld.
De stuurhandgreep moet zoals getoond in afbeelding 1
worden uitgelijnd. De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
NL-5
de verpakking.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal, evenals
de verpakkings- / en transportbeveiligingen
(indien aanwezig) (afb. 14).
schade.
van de garantie.