Menu voor speciale functies (voertuigmodel en
maateenheden)
NL
De computer bepaalt automatisch de correcte
maateenheden die op het display dienen te worden
weergegeven; om deze parameters te wijzigen, zet u de
sleutel eerst op OFF en dan op ON en drukt u gelijktijdig
op de toetsen (1) en (2).
Druk op de toets (1) om alle mogelijke maateenheden te
overlopen.
Om uw keuze te bevestigen, drukt u de toets (2)
minstens 5 seconden lang in totdat op het display het
woord OFF verschijnt. De sleutel op OFF zetten.
Opmerkingen
In de kadertjes met stippellijntjes zal de uitvoering
van het voertuig verschijnen (normaal, R en S)
Chronometerfunctie (afb. 10 en 11).
Hiermee geeft u de maximale snelheid en het hoogste
toerental weer van de rijperiode die u hebt
gechronometreerd.
LAP-weergave op het display (A) kiezen (zie pag. 14).
Druk tijdens het rijden op de motorstartknop (5) om de
boordchronometer aan te zetten. Als u de knop (5)
vervolgens weer indrukt, zal de chronometer stoppen.
16
afb. 9