9. Videobewerking
U kunt een opgenomen video achteraf monteren met uw digita-
le camera.
De camera biedt u hiervoor een ingebouwde montagefunctie.
Deze kunt u als volgt gebruiken:
Kies in de weergavemodus de video die u wilt bewerken.
Start de video en stop deze op de gewenste montagepositie.
Druk op de toets
Kies met de toetsen de optie
Met de pijltoetsen kunt u de montagemarkering ach-
teraf nog iets verplaatsen. De montagemarkering wordt met
elke druk op de toets 1/30 seconde verder verplaatst.
Kies met de toetsen de optie
Met de toetsen kunt u de montagemarkering naar de
volgende positie verplaatsen. De montagemarkering wordt
met elke druk op de toets 1/30 seconde verder verplaatst.
Met de menuoptie
deo eenmaal bekijken.
Kies tot slot de optie
Met
verlaat u het videomontagemenu zonder de wijzigin-
gen op te slaan.
om het videomontagemenu te openen.
(Preview) kunt u de gemonteerde vi-
(Opslaan), om de video op te slaan.
(Beginpunt).
(Eindpunt).
417 van 474
DE
EN
FR
NL