Code/betekenis
F.520
Signaal aanvoertemperatuur-
sensor afgiftecircuit ongeldig
F.526
Het signaal van de temperatuur-
sensor aan de verdamperinlaat
in het koudemiddelcircuit is on-
geldig.
F.546
Signaal hogedruksensor koude-
middelcircuit ongeldig
F.727
De hogedrukbewaking in het
koudemiddelcircuit is geacti-
veerd
F.728
De lagedrukbewaking in het
koudemiddelcircuit is geacti-
veerd
F.732
Temperatuur compressoruitlaat
te hoog
F.752
De frequentieomvormer meldt
een interne fout of een onbe-
kende compressorfout.
F.753
De communicatie met de fre-
quentieomvormer is onderbro-
ken.
F.755
Het 4- wegventiel staat niet in
de verwachte positie.
F.757
De warmtepomp heeft de mini-
male looptijd van de compres-
sor te vaak onderschreden.
F.758
De compressorstatus is ongel-
dig. De frequentieomvormer de-
tecteert een probleem aan de
compressor.
0020318683_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
Mogelijke oorzaak
Aanvoertemperatuursensor aan
de warmtepomp defect of niet
aangesloten
Temperatuursensor niet aange-
sloten of sensoringang kortge-
sloten.
Koudecircuitdruksensor defect
of niet aangesloten
De elektronische expansieklep
werkt niet normaal.
Lagedrukschakelaar defect
Ventilator defect
Lekkage in het koudemiddelcir-
cuit
De compressor-uitlaattempera-
tuur is hoger dan 130 °C: toe-
passingsgrenzen overschrijden,
EEV functioneert niet of opent
niet correct, koudemiddelhoe-
veelheid te gering (vaak ont-
dooien als gevolg van zeer lage
verdampingstemperaturen)
Interne elektronicafout op de
inverterprintplaat. Netspanning
buiten 70 V – 282 V.
Ontbrekende communicatie tus-
sen de omvormer en de ther-
mostaatprintplaat van de buiten-
unit.
Verkeerde positie van de vier-
wegklep. Als in de CV-functie
de aanvoertemperatuur lager is
dan de retourtemperatuur in het
afgiftecircuit. Temperatuursen-
sor in het EEV-omgevingscircuit
geeft foute temperatuur weer.
De compressor is meerdere ke-
ren gestopt, voordat de mini-
male looptijd is bereikt. Het pro-
duct is daarom geblokkeerd. In
het systeem zonder buffer met
gering CV-watervolume, kan de
temperatuur zeer snel toene-
men of dalen, wanneer de com-
pressor start. Afhankelijk van
de startvoorwaardne bestaat
dan het gevaar, dat het product
stopt.
Kortsluiting in de compressorka-
bel
Kabelaansluiting op compressor
niet vastgeschroefd
Maatregel
▶
Controleren: stekker, kabelboom, sensor, printplaat.
▶
Controleren: stekker, temperatuursensor, kabelboom.
▶
Controleren: stekker, kabelboom, druksensor.
▶
Vervang de elektronische expansieklep.
▶
Vervang de lagedrukschakelaar..
▶
Vervang de ventilator.
▶
Los de lekkage in het koudemiddelcircuit op en vul koudemid-
del bij tot de benodigde hoeveelheid.
1.
Compressorinlaatsensor en -uitlaatsensor controleren.
2.
Temperatuursensor condensoruitlaat (TT135) controleren.
3.
EEV controleren (loopt de EEV in de eindaanslag? Sen-
sor/actortest gebruiken).
4.
Koudemiddelhoeveelheid controleren (zie technische gege-
vens).
5.
Dichtheidscontrole uitvoeren.
6.
Controleer, of de afsluitkleppen aan de buitenunit geopend
zijn.
1.
Netaansluitleidingen en compressoraansluitkabel op schade
controleren. De stekkers moeten hoorbaar vastklikken.
2.
Kabels controleren.
3.
Netspanning controleren. De netspanning moet tussen
195 V en 253 V liggen.
4.
Fasen controleren.
5.
Evt. omvormer vervangen.
1.
Kabelboom en steekverbindingen op schade en vastheid
controleren en evt. vervangen.
2.
Omvormer via aansturing van het compressorveiligheidsre-
lais controleren.
3.
Toegewezen parameters van de omvormer uitlezen en con-
troleren of waarden worden weergegeven.
1.
4-wegklep controleren (is een hoorbaar omschakelen voor-
handen? Sensor/actortest gebruiken).
2.
Correcte plaatsing van de spoel op de vierwegklep controle-
ren.
3.
Kabelboom en steekverbindingen controleren.
4.
Temperatuursensor in het EEV-omgevingscircuit controle-
ren.
1.
Controleer het circulatiewatervolume.
2.
Verhoog eventueel het circulatiewatervolume.
▶
Vervang de compressor.
▶
Draai de schroeven van de kabelklemmen op de compressor
vast.
255