PLAATSEN
Plaats de magnetron op een stevige en vlakke ondergrond.
Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron.
30 cm
7.5 cm
7.5 cm
7.5 cm
Dek de ventilatieopeningen niet af.
De stelvoetjes mogen niet verwijderd worden.
Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio's en televisietoestellen
kunnen de werking van de magnetron beïnvloeden.
NL 17