13. Product plaatsen
☞
Ongeacht de bedrijfsmodus in dewelke u het product hebt geconfi gureerd, blijven
de instellingen ook na het uitschakelen van de stroomtoevoer behouden.
• Als u het apparaat als versterker hebt geconfi gureerd, plaatst u dit het best in het midden tus-
sen uw WLAN-router en de plaats waar u met de computer nog WLAN-ontvangst wilt hebben.
Houd echter rekening met het feit dat het bereik naargelang de omgeving beperkt is.
Wij raden u aan uw computer op een plaats te zetten waar deze nog WLAN-ontvangst van uw
WLAN-router heeft. Dan plaatst u de gecongifureerde versterker in het midden tussen beide
apparaten.
• Als u het apparaat als toegangspunt hebt geconfi gureerd, kunt u het op een willekeurige
plaats zetten. De opstelplaats wordt enkel beperkt door de lengte van de netwerkkabel.
Let op dat de max. toegelaten kabellengte bij 10/100Mbit netwerken ca. 100 m bedraagt.
14. Herstellen van de fabrieksinstellingen
a) Met behulp van de resettoets op het apparaat
• Om de versterker zonder webinterface naar de fabrieksinstellingen te resetten, verbindt u deze
met een wandcontactdoos en wacht u ca. 1 minuut tot het opstarten is voltooid.
• Druk dan gedurende ca. 10 seconden op de toets „Reset" op het apparaat en laat deze ver-
volgens opnieuw los. Of de reset werd aangenomen herkent u aan het feit dat alle LED's met
uitzondering van de power-LED gedurende korte tijd uitdoven.
• De versterker start opnieuw op. Dit duurt ongeveer 1 minuten. Daarna is het apparaat op-
nieuw naar de fabrieksinstellingen gereset.
b) In de webinterface
• Om de versterker met behulp van de webinterface naar de fabrieksinstellingen terug te zet-
ten, verbindt u deze met een wandcontactdoos en wacht u ca. 1 minuut tot het opstarten is
voltooid. Log vervolgens in de webinterface in, zoals beschreven in hoofdstuk 9.
102