Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een
elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening
moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van
de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de
elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een
luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het
apparaat kan een extra ventilatie noodzakelijk blijken die
kan worden verkregen door bijvoorbeeld het openen van
een raam of een verbetering van de afzuigcapaciteit van
de elektroventilator, indien aanwezig. De gassen van een
vloeibaar gemaakt gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan
lucht en blijven laag hangen. De ruimtes waarin gasflessen
met LPG staan moeten dan ook openingen naar buiten
hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel gelekte
gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen
LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse
ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te
laten staan die op dat moment in gebruik is, waar u de
gasfles uit de buurt van warmtebronnen moet neerzetten
waardoor de temperatuur van de gasfles eventueel op kan
lopen tot meer dan 50°C.
Aansluiting op het gas
• De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
voorschriften van de van toepassing zijnde normen en
uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is
afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden
gevoed.
• Dit apparaat is ingesteld om te functioneren op de
gassoort die op het etiket staat dat op het fornuis zelf is
aangebracht. Indien de beschikbare gassoort niet
overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op
ingesteld is, moet u de betreffende inspuiters (die bij de
levering inbegrepen zijn) verwisselen waarbij u de
aanwijzingen die in de paragraaf "Ombouw van het
apparaat op een andere gassoort" zijn opgenomen in acht
moet nemen.
• Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat,
om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en
om ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat, moet
u zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk
overeenstemt met de waarden die in de volgende tabel 1
staan. Als dit niet het geval is moet u op de
gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in
overeenstemming met de geldende normen.
• Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
Een niet-flexibele metalen buis met verbindingsstukken
overeenkomstig de geldende normen of een metalen slang
met een ononderbroken wand in overeenstemming met de
geldende normen die in uitgerekte vorm niet langer dan
2000 mm mag zijn, op het draaibare verbindingsstuk (½
duims gas buitendraads), aan de rechterzijkant achter van
het apparaat (fig.8) aansluiten.
fig.8
8
Als de installatie is voltooid moeten het gascircuit, de in-
terne verbindingen en de kraantjes met behulp van zeepsop
op lekkages worden gecontroleerd (nooit met een vlam).
Verder moet worden gecontroleerd of de aanvoerleiding niet
met bewegende delen in aanraking kan komen die tot
beschadigingen of het afklemmen ervan zouden kunnen
leiden.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas
(flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar
tussen geplaatst worden die aan de geldende normen
voldoet.
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort
Als de fornuis op een andere gassoort omgebouwd moet
worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is
(staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u
de inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt
te werk moet gaan:
• haal de roosters en de branders eraf.
• draai de inspuiters "A" (fig.9) met een pijpsleutel van 7
mm los en vervang de inspuiters door de inspuiters die
geschikt zijn met het oog op de nieuwe gassoort en houd
daarbij onderstaande tabel aan.
• tenslotte, vervang het oude typeplaatje met een ander
dat het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze
Technische Dienst. weer.
A
fig.9
Afstelling van het minimumvermogen
• Zet de regelkraan op de laagste stand.
• Haal de bedieningsknop van de regelkraan af en draai
aan de stelschroef (fig.10) die zich naast het stangetje
van de regelkraan bevindt, gebruik daarbij een
schroevendraaier (als u de schroef losser draait neemt
het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker
draait neemt het minimumvermogen af).
Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de
stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan.
• Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft,
moet u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer
snel van de hoogste stand op de laagste stand zetten en
nagaan dat de brander niet dooft.
• Breng de knoppen weer aan.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan
de achterzijde). Controleren of de voedingsspanning ter
plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het
elektriciteitsnet
fig.10