Renson Healthconnector Master 125 Manuel D'utilisation Et D'installation page 11

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

• Luchttechnische montage instructies:
Voor de goede werking van de Healthconnector:
- moet één (of meerdere) centrale constant drukgestuurde ventilator(en) geplaatst worden.
Afhankelijk van het aantal Healthconnectoren en het te overwinnen drukverlies over het
kanaalsysteem moet deze ventilator zo geselecteerd worden dat deze het totaal vereiste
ventilatiedebiet kan leveren voor de aangesloten ruimtes.
- moeten alle Healthconnectoren parallel aangesloten worden op de constant druk ventilator.
- stel de ventilatordruk in zodat er geen groter drukverschil dan 200 Pa
over de Healthconnector staat, om geluid te minimaliseren.
- moet de Healthconnector zo geplaatst worden dat de pijl de stromings-
richting (van extractiepunt -> ventilator) volgt (zie figuur).
- Het te gebruiken type Healthconnector (Ø125, Ø200, Ø250) wordt
bepaald adhv het beoogde extractiedebiet:
- Ø125: maximum afvoerdebiet 125m³/h (= maximale luchtsnelheid van 2,8 m/s)
- Ø200: maximum afvoerdebiet 400m³/h (= maximale luchtsnelheid van 3,5 m/s)
- Ø250: maximum afvoerdebiet 600m³/h (= maximale luchtsnelheid van 3,5 m/s)
- Voor luchtkanalen waar een luchtstroom vloeit afkomstig van meerdere Healthconnectoren,
dient men het kanaal voldoende groot te voorzien zodat het drukverlies slechts beperkt
varieert in functie van het debiet van de luchtstroom.
- Indien de luchtsnelheid door de Healthconnector > 3 m/s bedraagt, moet de afstand tot het
dichtstbijzijnde extractierooster minimum 1 meter bedragen.
- De afmetingen van de benodigde aanzuigkanalen zijn onder andere afhankelijk van het
beoogde extractiedebiet. De diameterbepaling en verloop van het kanaalsysteem dient
altijd te gebeuren door de installateur en/of studiebureau.
- Om condensatievorming in de kanalen te voorkomen, dient men gebruik te maken van
geïsoleerde leidingen indien deze leidingen buiten het geïsoleerd volume van het gebouw
worden geplaatst.
- Gebruik zoveel mogelijk vaste kanalen (minder luchtweerstand) en gebruik flexibele slangen
om de extractieroosters met de vaste kanalen te verbinden. Vaste kanalen worden gebruikt
om afstand te overbruggen en flexibele slangen om trillingen (en geluid) te dempen.
- Het kanaalsysteem dient ter plaatse van de Healthconnector voldoende ondersteund te
worden.
- Het kanaalsysteem dient voldoende luchtdicht te worden afgewerkt. Maak ook de verbin-
ding tussen de Healthconnector en luchtkanaal luchtdicht (vb door middel van tape).
- Vermijd scherpe bochten in de leidingen vlak voor de ingang van de Healthconnector
(zodat de sensoren de luchtstroom effectief 'detecteren').
- Bepaalde situaties kunnen vereisen dat akoestisch dempend materiaal dient te worden
gebruikt.
Wanneer de aanzuigleiding tussen het extractiepunt en de Healthconnector korter is
dan 3 meter, wordt sterk aanbevolen een geluidsdemper (Acoudec) te plaatsen, om
eventuele geluidshinder te vermijden.
Voor extra geluidsdemping kan ook akoestisch dempend materiaal in het extractie-
rooster geplaatst worden. Houd hierbij wel rekening dat het vooropgestelde debiet
nog altijd behaald kan worden.
Vermijd scherpe bochten en bochten van 90° in het kanaalsysteem.
Beperk ook het aantal bochten in de leidingen om de weerstand in de leidingen
te beperken. Een ventilator op lagere inregeldruk is immers energiezuiniger, en
maakt minder geluid.
Healthconnector
360,25
26,25
304,75
29,25
®
nl
11

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières