Healthconnector ® 1 • Inleiding Proficiat met uw aankoop van de Healthconnector. De Healthconnector zorgt voor vraaggestuurde ventilatie, waarbij de ventilatie gebeurt op een energiezuinige manier met behoud van goede luchtkwaliteit en comfort. De Healthconnector werd speciaal ontwikkeld voor integratie in gebouwen met een centraal ventilatiesysteem, zoals woonzorgcentra, rust- en verzorgingstehuizen, kantoren en renovatie van appartementen.
Volg steeds veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen, opmerkingen en instructies uit de handleiding op. Bij niet opvolging van deze veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen, opmerkingen en instructies kan dit leiden tot schade aan de Healthconnector of tot persoonlijk letsel. RENSON NV kan hiervoor niet verantwoordelijk gesteld worden: ®...
Healthconnector ® 4 • Samenstelling Healthconnector ® Er bestaan 19 verschillende types Healthconnectoren: • Verschillend type in diameter: Ø125, Ø200, Ø250 • Type Master of Slave: de Master Healthconnector heeft sensoren geïntegreerd waardoor het ventilatie afvoerdebiet kan geregeld worden ifv de binnenluchtkwaliteit. De Slave is een volgzame klep zonder sensoren, en wordt aangestuurd door de Master (zie rubriek 6 ‘Basiswerking Healthconnector’) •...
6 • Basiswerking Healthconnector ® De goede werking van de Healthconnector wordt slechts gegarandeerd indien volgende twee afgestemde componenten afgestemd zijn op elkaar: Toevoer: RENSON (zelfregelende) ventilatieroosters ® Afvoer: Centraal constant druk gestuurde ventilator(en): het gebruik van dit type ventilator zorgt ervoor dat het ventilatie afvoerdebiet per Healthconnector correct kan gebeuren, onafhankelijk van de andere Healthconnectoren in hetzelfde kanaalnetwerk.
Healthconnector ® 7 • Montage instructies 7.1 • Plaatsing • Installeer dit product NIET in ruimtes waar de volgende zaken aanwezig zijn of zich kunnen voordoen: - Overdadige vettige atmosfeer. - Corrosieve of ontvlambare gassen, vloeistoffen of dampen. - Kamerluchttemperaturen boven de 40°C of lager dan -5°C. - Relatieve vochtigheid hoger dan 90%.
Page 11
Healthconnector ® • Luchttechnische montage instructies: Voor de goede werking van de Healthconnector: - moet één (of meerdere) centrale constant drukgestuurde ventilator(en) geplaatst worden. Afhankelijk van het aantal Healthconnectoren en het te overwinnen drukverlies over het kanaalsysteem moet deze ventilator zo geselecteerd worden dat deze het totaal vereiste ventilatiedebiet kan leveren voor de aangesloten ruimtes.
Healthconnector ® 7.2 • Aansluitschema met XVK4 7.2.1 • Voeding Zorg ervoor dat de elektrische voeding overeenstemt met 12V AC of 12V/24V DC. Onderstaande tabel geeft de benodigde stroomsterkte weer (situatiegebonden): Aansturen van 1 Aansturen van Master/Slave Healthconnector combinatie, waarbij de Healthconnector Slave gevoed wordt vanuit de Master (zie rubriek 10.1 Master/Slave) •...
Healthconnector ® 7.2.3 • Slave Healthconnector ® Dezelfde aansluiting kan gebeuren als bij de Master. Echter, de 4-standenschakelaar dient enkel tijdelijk aangesloten te worden voor de inregeling. Opmerking: de voeding kan ook gebeuren vanuit de Master (zie rubriek 10.1 Master/Slave Healthconnector) 7.3 •...
Page 14
Healthconnector ® 3. Met behulp van knoppen ➌ en ➍ kan de CO -grenswaarde ingesteld worden. Per druk op knop ➌ wordt de grenswaarde verlaagd, per druk op knop ➍ wordt de grenswaarde verhoogd. ➌ ➍ -grenswaarde verlagen -grenswaarde verhogen Er zijn 8 gedefinieerde CO -grenswaarden: Knipperen op een bepaalde frequentie...
Healthconnector ® 4. Eenmaal de gewenste CO -grenswaarde is bereikt, dient men (kort) op knop ➋ te drukken om te bevestigen. De CO -grenswaarde is hierbij ingesteld. De LED op knop ➋ brandt continu; de Healthconnector werkt in de HRC-stand. ➋...
Page 16
Healthconnector ® 2. Druk beide knoppen ➊ en ➍ gedurende > 5 sec gelijktijdig in, en herhaal dit voor elke Healthconnector. Bij positief gevolg zullen alle LEDs op de 4-standenschakelaar snel knipperen. ➊ ➍ 3. Zet vervolgens de centrale ventilator onder spanning. Het maximum debiet stroomt door de Healthconnector.
Page 17
Healthconnector ® 7.4.4 • Inregeling van de Healthconnector ® Vervolgens dienen de Healthconnectoren ingeregeld te worden. Indien meerdere Healthconnecto- ren aangesloten zijn op een afvoerleiding-netwerk, begin dan de inregeling op de Healthconnec- tor met het hoogste afvoerdebiet. • STAP 1: werd reeds uitgevoerd (zie rubriek 7.4.2 Alvorens de inregeling te beginnen): alle 4 LEDs van de vierstandenschakelaar knipperen en blijven knipperen zolang de inregeling niet voltooid is.
Page 18
Healthconnector ® Onderstaande tabel geeft weer volgens welke weergave van de 4-standenschakelaar het klepblad gepositioneerd is: Knipperen op een bepaalde frequentie Knop ➊ Knop ➋ Knop ➌ Knop ➍ Positie klepblad Stand 0: volledig toe Stand 1 Stand 2 Stand 3 Stand 4 Stand 5 Stand 6...
Page 19
Healthconnector ® • STAP 3: eenmaal het gewenste maximum afvoerdebiet bereikt, dient men (kort) op knop ➋ drukken om te bevestigen. De ‘nominale’ positie van het klepblad is hierbij ingesteld. Hierbij is de inregeling voor de Healthconnector voltooid; de LED op knop brandt continu;...
Healthconnector ® 7.5 • (optioneel) Instellen minimumdebiet van de Healthconnector ® via XVK4 7.5.1 • Doel Bij de inregeling van het minimumdebiet wordt het gewenste minimum afvoerdebiet door de Healthconnector ingesteld. De inregeling dient zowel te gebeuren bij de Master als Slave Healthconnectoren.
Page 21
Healthconnector ® Het klepblad kan in 12 verschillende posities ingesteld worden. De combinatie van de snel knipperende LEDs op de knoppen geeft weer in welke stand het klepblad gepositioneerd staat (bij minimumdebiet) ten opzichte van de nominale klepstand. Knipperen op een bepaalde frequentie Knop ➊...
Page 22
Healthconnector ® • STAP 3: eenmaal het gewenste minimum afvoerdebiet bereikt, dient men (kort) op knop ➋ te drukken om te bevestigen. De ‘minimum’ positie van het klepblad is hierbij ingesteld. Hierbij is de inregeling voor de Healthconnector voltooid; de LED op knop ➋ brandt continu; de Health- connector werkt in de HRC stand.
De Master Healthconnector is ontworpen om vrijwel autonoom te kunnen werken. Naar eigen behoefte kan de bewoner wel nog ingrijpen om het ventilatie afvoerdebiet bij te regelen. Dit gebeurt met de (optionele) RENSON 4-standenschakelaar met LED-indicatie. Om over te ®...
Page 24
Healthconnector ® • HRC Mode: Systeem met vraagsturing, standaard modus, waarbij het ventilatie afvoerdebiet automatisch wordt bepaald volgens de sensoren in de Master Healthconnector (zie rubriek 6 ‘Basiswerking Healthconnector’). Handeling: Kort indrukken (< 1 sec) Weergave: LED brandt continu Healthconnector ventileert permanent in HRC mode •...
Page 25
Healthconnector ® • Nominaal Mode: Systeem zonder vraagsturing, met nominaal afvoerdebiet, zijnde de maximale klepstand. Er wordt geen rekening gehouden met de sensoren van de Healthconnector. De positie van het klepblad gaat naar nominaalstand (= de ingestelde positie volgens inregeling). Handeling: Lang indrukken (>...
Healthconnector ® 8.3 • Reset De Healthconnector kan (zacht) gereset worden door : • De spanning uit en aan te schakelen. • Het commando via de Modbus in te geven. • Het gedurende minimum 5 seconden gelijktijdig indrukken van knoppen ➊ (ECO) en ➌ (MIN), waarbij de Healthconnector opnieuw wordt opgestart.
Page 28
Healthconnector ® 1. In Error menu gaan door ECO (knop 1 linksboven) en HRC-knop (knop 2 rechtsboven) tegelijkertijd in te duwen gedurende meer dan 5 seconden. Feedback: alle LED-lampjes knipperen 2 keer kort na elkaar. 2. Weergave Error: onderstaande LEDs knipperen wanneer betreffende sensor faalt: PLUS –...
(GBS). Naast programmatie, is het ook mogelijk om de Healthconnectoren op een eenvoudige manier uit te lezen. Voor de programmatie en uitlezing kan gebruik gemaakt worden van het door Renson ontwikkelde software programma, dat te downloaden is op Renson Customers.
Healthconnector ® Aansluitschema Modbus Afsluitweerstand plaatsen Vertrek steeds vanop de connector naar de volgende klep. Het is belangrijk om bij de laatste Healthconnector van de Modbus lijn de afsluitweerstand te plaatsen. Dit kan gedaan worden door het brugje, dat reeds de helft op de connector geplaatst is, volledig over de connector te plaatsen.
9.4 • Programmatie De programmatie gebeurt via het programma “Healthconnector Modbus service tool“ die te downloaden is op de Renson website. Als het programma is opgestart, krijgt men een scherm met drie tabbladen: “Assign Modbus address”, “Configure” en “Read only registers”.
Page 32
Healthconnector ® 9.4.1.1 • Manueel een adres toekennen Wenst men zelf een specifiek adres toe te kennen, dan kan dit eenvoudig gedaan worden via de “Manual address assignment”. a) Kies een bepaald adres (1 tot 247). b) Klik op “Send modbus address”. c) Het rode ledje zal nu continu oplichten bij de Healthconnectoren die nog geen adres hebben.
Page 33
Healthconnector ® Het is ook steeds mogelijk de adressering te controleren in de log files onderaan in het pro- gramma. Hieronder is een voorbeeld te zien van een automatische adres toekenning aan twee Healthconnectoren. 9.4.1.3 • Een adres resetten Indien een Healthconnector bijvoorbeeld een verkeerd adres heeft gekregen, kan deze steeds gereset worden.
Page 34
Healthconnector ® 9.4.2 • De Healthconnector configureren Nadat de Healthconnector een adres toegewezen is, is het mogelijk om deze ook te configure- ren. De te ondernemen stappen zijn te vinden op het tweede tabblad “Configure”. Elke Health- connector kan apart geconfigureerd worden, maar ook is het mogelijk om de instellingen te kopiëren.
Healthconnector ® 5) Stap 5: kies de gewenste ventilatie mode (HDC = healthy domestic concept (vraagsturing), Eco = eco-mode met vraagsturing, Manueel = vaste positie van de klep). 6) Stap 6: kies de manuele positie van de klep (indien in stap 5 voor de stand “Manueel” gekozen is).
Healthconnector ® 9.6 • De verschillende registers van de Healthconnector Het is mogelijk om de Healthconnectoren aan te sturen of uit te lezen via het gebouwbeheer- systeem. Daarvoor is het belangrijk om te weten welk register wat aanstuurt of weergeeft. 9.6.1 •...
Page 37
Healthconnector ® 9.6.1.4 • Register 0x0003 nominale klepstand van Healthconnctor Met dit register kan de nominale klepstand van de Healthconnector bepaald worden. 1 = 4.5° open 2 = 13° open 3 = 20° open 4 = 26° open 5 = 30° open 6 = 34°...
Page 38
Healthconnector ® 9.6.2 • De Healthconnector uitlezen via het GBS Via het GBS is het mogelijk om enkele parameters uit te lezen van de Healthconnectoren. Enerzijds kunnen de specificaties uitgelezen worden, anderzijds ook de huidige status van de Healthconnector. De parameters (read-only registers) kunnen uitgelezen worden met commando/functiecode 0x04 (read multiple read-only registers).
Healthconnector ® 10 • Uitbreidingen 10.1 • Master / Slave Healthconnector ® De functiebeschrijving van de Slave wordt gegeven in rubriek 6.2 Slave Healthconnector. In grote lokalen waar grote ventilatie afvoerdebieten nodig zijn (> 600m³/h) kan de Master-Slave combinatie gebruikt worden. Het totale afvoerdebiet wordt zo de som van de individuele Health- connector debieten.
Page 40
Healthconnector ® • Bedradingsschema 1x Master - 2x Slave combinatie: MASTER 4-standenschakelaar Transfo 12V AC - 12/24V DC* min. 1,26A * Min. 11,5V aan de ingang van de Healthconnector 1 op 1 aansluiting SLAVE SLAVE Signaal dat de Master doorstuurt naar Slaves Voeding afgetakt van de Master Healthconnector (Optioneel)
Healthconnector ® 10.2 • Toevoerrooster met motorgestuurde binnenklep De Healthconnector kan verbonden worden met RENSON gemotoriseerde toevoerroosters ® (analoge sturing: 0-10V signaal). Op die manier kan de gemotoriseerde binnenklep van het toevoerrooster gestuurd worden in functie van de binnenluchtkwaliteit. De positionering van de binnenklep gebeurt proportioneel met de positie van het klepblad van de Master;...
Page 42
Healthconnector ® • Het signaal van de Master (of Slave) doorverbinden naar de signaalinput van het toevoerroos- ter. Voeding van de raamverluchting afgetakt van de Master- of Slaveklep. Let hierbij op dat de voeding van de Healthconnector (sterkte en type AC/DC) overeenstemt met de voeding van de raamverluchting.
Healthconnector ® 10.3 • Koppeling met gebouwbeheersysteem (GBS) via 0-10V De Master Healthconnector kan via een (extern) gebouwbeheersysteem gestuurd worden. Op die manier kan het ventilatiedebiet door de Healthconnector aangepast worden volgens de logica van het gebouwbeheersysteem. Dit kan bijvoorbeeld toegepast worden om het ventilatieniveau te bepalen in functie van de buitentemperatuur.
Master/Slave (rubriek 10.1) en het toevoerrooster met motorgestuurde binnenklep (rubriek 10.2) behouden blijven. 10.4 • Extractierooster (met vlinderklep) Wanneer de extractiepunten in de te ventileren ruimtes aangesloten worden met ø80 of ø125, kunnen RENSON design afvoerroosters (met vlinderklep) gebruikt worden. Volgende types zijn ® apart leverbaar:...
De garantieduur voor gebruiker bedraagt 2 jaar. De installatie en het onderhoud dient te gebeu- ren volgens de instructies en volgens de regels van de kunst. Voor gedetailleerde garantievoor- waarden, consulteer onze website www.renson.eu. Uitsluiting: Indringen van bouwvuil, het inspuiten van andere dan daarvoor geëigende producten, gebruiken...
Healthconnector ® 14 • Service Vermeld het garantienummer en de productiedatum bij een service aanvraag van uw toestel. Het garantienummer van de Healthconnector bevindt zich op het garantiecertificaat en op de Healthconnector zelf. Voorbeeld: Garantienummer Productiedatum...
Page 48
Healthconnector ® Table des matières 1 • Introduction 2 • Transport et emballage Élimination de l’appareil 3 • Recommandations 3.1 • Prescriptions générales de sécurité 3.2 • Recommandations générales 4 • Composition de l’Healthconnector ® 5 • Dimensions et caractéristiques 6 •...
Healthconnector ® 1 • Introduction Nous vous félicitons de votre achat de l’Healthconnector. L’Healthconnector veille à la ventilation commandée à la demande par laquelle la ventilation se fait de manière économe en énergie tout en conservant une bonne qualité d’air et le confort. L’Healthconnector a été...
Suivez toujours les instructions de sécurité, les avertissements, remarques et instructions de ce manuel. Le non-respect des prescriptions de sécurité, des avertissements, remarques ou instruc- tions peut entraîner des dégâts à l’appareil ou des blessures corporelles pour lesquels RENSON ®...
Healthconnector ® 4 • Composition de l’Healthconnector ® Il existe 19 différents types d’Healthconnector : • Différent type en diamètre (Ø 125, Ø 200, Ø 250). • Type Master ou Slave : l’Healthconnector Master possède des détecteurs intégrés par lesquels le débit d’extraction de la ventilation peut être réglé...
Le bon fonctionnement de l’Healthconnector n’est garanti que lorsque les deux composantes suivantes sont présentes : Amenée : aérateurs (auto-réglables) de RENSON ® Extraction : ventilateur(s) centralisé(s) à pression constante : l’utilisation de ce type de ventilateur veille à ce que le débit d’extraction de la ventilation par Healthconnector se fasse correctement, indépendamment des autres Healthconnectors dans le même réseau de...
Healthconnector ® 7 • Instructions de montage 7.1 • Installation • N’installez PAS ce produit dans des pièces où les éléments suivants sont présents ou peuvent apparaître : - Atmosphère excessivement grasse. - La présence de gaz, liquides ou vapeurs corrosifs ou inflammables. - Des températures ambiantes supérieures à...
Page 57
Healthconnector ® • Instructions de montage aéraulique : Pour le bon fonctionnement de l’Healthconnector : - Il faut placer un (ou plusieurs) ventilateur(s) central à pression constante. Selon le nombre d’Healthconnectors et de la perte de charge à compenser sur le réseau des conduits ce ventilateur doit être sélectionné...
Healthconnector ® 7.2 • Raccordements avec XVK4 7.2.1 • Alimentation Veillez à ce que l’alimentation électrique corresponde à 12V AC ou 12V/24V DC Le tableau ci-dessous indique la puissance nécessaire (liée à la situation) : Commande d’une combinaison Healthconnector Master/Slave dans Commande d’1 laquelle le Slave est commandé...
Healthconnector ® 7.2.3 • Healthconnector Slave ® Le raccordement est le même que pour le Master. Cependant l’interrupteur à 4 positions doit seulement être raccordé temporairement pour le calibrage. Remarque : l’alimentation peut aussi avoir lieu à partir du Master (voir rubrique 10.1. Health- connector Master/Slave) 7.3 •...
Page 60
Healthconnector ® 3. À l’aide des touches ➌ et ➍ vous pouvez programmer la valeur seuil de CO . Par pression sur la touche ➌ on diminue la valeur seuil, par pression sur la touche ➍ on l’augmente. ➌ ➍ Diminuer la valeur seuil du CO Augmenter la valeur seuil du CO Il y a 8 valeurs seuil de CO...
Healthconnector ® 4. Une fois que la valeur seuil du CO est atteinte, il faut appuyer (brièvement) sur la touche ➋ pour confirmer. La valeur seuil de CO est programmée. La LED sur la touche ➋ brille en continu l’Healthconnector fonctionne en mode HRC. ➋...
Page 62
Healthconnector ® 2. Appuyez sur les deux touches ➊ et ➍ simultanément pendant > 5 secondes et répétez ceci pour chaque Healthconnector. En cas de suite positive toutes les Leds sur l’interrupteur à 4 positions vont clignoter rapidement. ➊ ➍ 3. Mettez ensuite le ventilateur central sous tension. Le débit maximum passe par l’Healthconnector.
Page 63
Healthconnector ® 7.4.4 • Calibrage de l’Healthconnector ® Les Healthconnectors doivent ensuite être calibrés. S’il y a plusieurs Healthconnectors raccordés à un réseau de conduits, le calibrage commence par l’Healthconnector avec le débit d’extraction le plus élevé. • ETAPE 1 : a déjà été effectuée (voir rubrique 7.4.2. avant de commencer le calibrage) : les 4 Leds de l’interrupteur à...
Page 64
Healthconnector ® Le tableau ci-dessous indique la position du clapet selon l’affichage de l’interrupteur à 4 positions. Clignoter selon une certaine fréquence ➊ ➋ ➌ ➍ Touche Touche Touche Touche Position du clapet Position 0: entièrement fermé Position 1 Position 2 Position 3 Position 4 Position 5...
Page 65
Healthconnector ® • ETAPE 3 : une fois que le débit maximum souhaité est atteint, on doit appuyer (brièvement) sur la touche 2 pour confirmer. La position ‘nominale’ du clapet est ainsi réglée. Le calibrage de l’Healthconnector est alors terminé ; la Led sur la touche 2 brille en continu ; l’Healthconnector fonctionne en mode HRC.
Healthconnector ® 7.5 • Réglage (en option) du débit minimum de l’Healthconnector ® par XVK4 7.5.1 • But Lors du réglage du débit minimum le débit d’extraction minimum souhaité de l’Healthconnector est réglé. Le réglage doit être réalisé tant pour les Healthconnectors Master que Slave. Remarque : Au plus élevé...
Page 67
Healthconnector ® Le clapet peut être réglé en 12 positions différentes. La combinaison des Leds clignotant rapidement sur les touches indique dans quelle position le clapet est positionné (en cas de débit minimum) par rapport à la position nominale du clapet. Clignoter selon une fréquence déterminée Touche ➊...
Page 68
Healthconnector ® • ETAPE 3 : une fois que le débit minimum d’extraction souhaité est atteint, il faut appuyer (brièvement) sur la touche ➋ pour confirmer. La position ‘minimum’ du clapet est réglée. Le réglage de l’Healthconnector est ainsi terminé ; la LED sur la touche ➋ brille en continu ; l’Healthconnector fonctionne en mode HRC.
L’Healthconnector Master est conçu pour pouvoir fonctionner de manière autonome. Selon le besoin l’habitant peut encore intervenir pour régler le débit d’extraction de la ventilation. Ceci se fait avec l’interrupteur à 4 positions (en option) de RENSON avec indication par Led.
Page 70
Healthconnector ® • Mode HRC : Système avec commande à la demande, mode standard, par lequel le débit d’extraction est déterminé automatiquement selon les détecteurs dans l’Healthconnector (voir rubrique 6 : fonctionnement de base de l’Healthconnector). Action : appuyez brièvement (< 1sec) Indication : la LED brille en continu L’Healthconnector ventile en permanence...
Page 71
Healthconnector ® • Mode nominal : Système sans commande à la demande, avec un débit d’extraction nominal, càd l’ouverture maximum du clapet. On ne tient pas compte des détecteurs de l’Healthconnector. La position du clapet se trouve en position nominale (= position réglée selon le calibrage). Action : appuyez longuement (>...
Healthconnector ® 8.3 • Reset L’Healthconnector peut (doucement) être réinitialisé en : • Coupant et remettant l’alimentation. • Faisant l’ordre de commande par le Modbus. • Appuyant simultanément sur les touches ➊ (ECO) et ➌ (MIN), l’Healthconnector redémarre. Toutes les programmations (comme le calibrage et les valeurs seuil de CO sont maintenues).
Page 74
Healthconnector ® 1. Ouvrir le menu Error en appuyant simultanément sur ECO (touche 1 en haut à gauche) et HRC (touche 2 en haut à droite) pendant au moins 5 secondes. Feedback : toutes les lampes Leds clignotent brièvement 2 fois de suite. 2.
Healthconnectors à l’aide d’un système de gestion du bâtiment (SGB). En plus de la programma- tion, il est possible de lire les Healthconnectors de manière simple. Pour la programmation et la lecture, on peut utiliser le programme logiciel développé par Renson qui peut être téléchargé sur Renson Customers.
Healthconnector ® Schéma de raccordement Modbus Placer une résistance de fermeture Toujours partir du connecteur vers le clapet suivant. Il est important de placer la résistance de fermeture près du dernier Healthconnector de la ligne bus. Ceci peut être réalisé en plaçant le pontage, qui est déjà placé sur la moitié du connecteur, sur la totalité...
La programmation a lieu via le programme “Healthconnector Modbus service tool“ que vous pouvez télécharger sur le site internet de Renson. Lorsque le programme est démarré, un écran apparaît avec 3 onglets : “Assign Modbus address”, “Configure” et “Read only registers”.
Page 78
Healthconnector ® 9.4.1.1 • Attribuer une adresse manuellement Si vous souhaitez adresser vous-même une adresse spécifique, ceci peut être réalisé facilement via “Manual address assignment”. a) Choisissez une adresse déterminée (de 1 à 247). b) Cliquez sur “Send modbus address”. c) La led rouge va briller en continu pour les Healthconnectors qui n’ont pas encore d’adresse.
Page 79
Healthconnector ® Il est toujours possible de contrôler l’attribution d’adresse dans les fichiers d’enregistrement au bas du programme. Vous pouvez voir ci-dessous un exemple de d’attribution automatique d’adresse à deux Healthconnectors. 9.4.1.3 • Supprimer une adresse Si un Healthconnector a reçu par exemple une mauvaise adresse, il est toujours possible de faire un reset.
Page 80
Healthconnector ® 9.4.2 • Configurer l’ Healthconnector Après que l’Healthconnector a reçu une adresse, il est possible de le configurer. Les étapes à suivre se trouvent sur le deuxième onglet “Configure”. Chaque Healthconnector peut être configuré séparément, mais il est aussi possible de copier les paramètres. Il est possible de consulter la programmation actuelle des Healthconnectors en sélectionnant l’adresse et en cliquant sur ‘Apply’.
Healthconnector ® 5) Etape 5 : Choisissez le mode de ventilation (HDC = healthy domestic concept (commande à la demande), Eco = mode éco avec commande à la demande, Manuel = position fixe du clapet). 6) Etape 6 : choisissez la position manuelle du clapet (si dans l’étape 5 vous avez choisi “Manuel”).
Healthconnector ® 9.6 • Les différents registres de l’Healthconnector Il est possible de commander ou de consulter les Healthconnectors via le système de gestion du bâtiment. Pour cela il est important de savoir quel registre commande ou indique quoi. 9.6.1 • Commande de l’Healthconnector à partir du SGB Vous trouverez ci-dessous les paramètres (registres d’exploitation) qui peuvent être écrits à...
Page 83
Healthconnector ® 9.6.1.4 • Registre 0x0003 position nominale du clapet de l’Healthconnector Avec ce registre on peut déterminer la position nominale du clapet de l’Healthconnector. 1 = ouverture 4.5° 2 = ouverture 13° 3 = ouverture 20° 4 = ouverture 26° 5 = ouverture 30°...
Page 84
Healthconnector ® 9.6.2 • Consulter l’Healthconnector via le SGB Il est possible de consulter quelques paramètres des Healthconnectors via le SGB. On peut d’une part consulter les spécifications, d’autre part le statut actuel de l’Healthconnector. Les paramètres (registres en lecture seule) peuvent être lus à l’aide du commando/du code de fonction 0x04 (lire des registres en lecture seule).
Healthconnector ® 10 • Extensions 10.1 • Healthconnector Master / Slave ® La description de la fonction Slave est donnée dans la rubrique 6.2. Healthconnector Slave. Dans des grands locaux où des grands débits de ventilation sont nécessaires (> 600 m³/h) on peut utiliser la combinaison Master-Slave.
Page 86
Healthconnector ® • Schéma de câblage combinaison 1 x Master – 2 x Slave : MASTER Interrupteur à 4 positions Transfo 12V AC - 12/24V DC* min. 1,26A * 11,5V minimum à l'entrée de l'Healthconnector Raccordement 1 par 1 SLAVE SLAVE Signal que le Master envoie au Slave Alimentation dérivée du Healthconnector Master (en option)
Healthconnector ® 10.2 • Aérateur avec clapet intérieur motorisé L’Healthconnector peut être relié à un aérateur motorisé RENSON (signal 0-10V). De cette ® manière, le clapet intérieur motorisé de l’aérateur peut être commandé en fonction de la qualité de l’air intérieur. La position du clapet intérieur se fait proportionnellement à la position du clapet du Master ;...
Page 88
Healthconnector ® • Il faut relier le signal du Master (ou Slave) à l’entrée du signal de l’aérateur. L’alimentation de l’aérateur est dérivée du module Master ou Slave. Veillez à ce que l’alimentation de l’Healthconnector (puissance et type AC/DC) corresponde à l’alimentation de l’aérateur. Transfo 12V AC - 12/24V DC min.
Healthconnector ® 10.3 • Couplage avec un système de gestion du bâtiment (SGB) par 0-10V L’Healthconnector Master peut être commandé par un système de gestion du bâtiment (externe). De cette manière, le débit de ventilation peut être adapté par l’Healthconnector selon la logique du système de gestion du bâtiment.
(rubrique 10.2). 10.4 • Grille d’extraction (avec vanne papillon) Lorsque les points d’extraction dans les pièces à ventiler sont raccordés avec un diamètre 80 ou diamètre 125 mm, on peut utiliser les grilles d’extraction design de RENSON (avec vanne ®...
La durée de la garantie pour l’utilisateur est de 2 ans. L’installation et l’entretien doivent être exécutés selon les instructions et dans les règles de l’art. Pour les conditions de garantie détaillées, veuillez consulter notre site internet www.renson.eu. Exceptions : La pénétration de saletés de la construction, l’injection de produits autres que ceux prévus.
Healthconnector ® 14 • Service Mentionnez le numéro de garantie et la date de production lors d’une demande d’intervention sur votre appareil. Le numéro de garantie se trouve sur le certificat de garantie et sur l'Healthconnector. Exemple: Numéro de garantie Date de production...
Page 96
De meest recente brochure kan u downloaden op w w w.renson.eu RENSON se réserve le droit d’apporter des modifications techniques aux produits décrits. ® Vous pouvez télécharger la version la plus récente de cette brochure sur «www.renson.eu» VEN T IL AT I O N Renson Headquarters ®...