Nederlands
Montage
Montagehandleiding
1 De ideale montagehoogte voor
deurcommunicatie-installaties ligt
tussen 1,40 m en 1,60 m boven de
afgewerkte vloer.
Montage opbouw, horizontale of
verticale montage
2 Bij zeer ongelijk pleisterwerk
moeten de vier meegeleverde
afstandsplaten op de achterwand
van opbouwbehuizing GA 612-...
bovenop de reeds gemonteerde
schijven (a) over de schroefgaten
geplakt worden. Op de gewenste
plaats de kabeldoorvoering (b)
openen en de meegeleverde
waterafdichtingen (c) als een dak op
de achterwand plakken.
De niet benodigde kabeldoor-
voeringen moeten gesloten blijven.
3 Aansluitkabel zo dicht mogelijk
tegen de wand aan strippen, max.
3 cm, door de achterwand in de
GA 612-... voeren en behuizing op
de wand bevestigen. Rekening
houden met markering „boven".
4 Ter voorkoming van materiaal-
moeheid van de vergrendelings-
nokken moet er rekening mee
gehouden worden dat deze niet
naar achteren gedrukt worden.
Indien noodzakelijk met een kleine
schroevendraaier verzetten.
5 Combiklemmenstrip uit de ver-
pakking van de module nemen,
ca. 45° naar links gedraaid op de
bevestigingsplaat centreren en met
een kwart slag met de wijzers van
de klok mee vastzetten, zodat de
klemmen-aanduidingen verticaal
boven elkaar leesbaar zijn.
6 Aansluitleidingen met kabelklem
op onderkant van de behuizing
drukken, bij meerdere aansluitkabels
met behulp van kabelbevestigings-
beugel fixeren en de installatie
volgens het betreffende schema
aansluiten op de combiklemmen-
strook.
7 Het montageframe dient zodanig
geplaatst te worden dat het
afdichtingsfolie zich aan de boven-
en rechterrand bevindt. Bij meerdere
gekoppelde behuizingen moeten de
montageframes, bij horizontale
positie, altijd van beneden naar
boven worden aangebracht, zodat
het afdichtingsfolie van een lager
gelegen montageframe altijd dak-
pangewijs onder dat van een hoger
aangebracht montageframe ligt. Bij
verticale inbouw dient er op gelet te
worden dat het folie aan de zijkant
onder het montageframe ernaast zit.
Montageframe met lichte druk
vastklikken in opbouwbehuizing.
Niet benodigde vergrendelingspallen
kunnen met een schroevendraaier
uit het opbouwhuis gedrukt worden
en zo nodig later weer geplaatst
worden.
8 Het montageframe kan uit de
GA 612-... worden weggenomen als
men de aanslagneuzen naar
achteren toe drukt.
Let op! De aanslagneuzen kunnen
tijdens het naar achteren drukken
zijn vastgeklikt. (zie afbeelding 4)
Inbouwmontage
9 Inbouwbehuizingen GU 611-...
naast elkaar leggen en koppelen met
de meegeleverde verbindings-
toebehoren. Deze verbindings-
toebehoren bevinden zich in de
GU 611-..., tezamen met
kabelklemmen als kunststof-
spuitgietonderdelen op een stift. De
verbindingstoebehoren kunnen
losgebroken worden door ze te
draaien.
10 Voor combiframes die groter dan
300 x 300 mm zijn, moeten de
hoeken van de GU 611-... worden
uitgebroken. Bij zeer grote combina-
ties zijn speciaal vervaardigde combi-
frames vereist.
11 zonder afbeelding: kabeldoor-
voeringen tussen de behuizingen
uitbreken.
12 De GU 611-... horizontaal of
verticaal plaatsen en meegeleverd
karton als pleisterbescherming en
voor versteviging tot de definitieve
montage in de GU 611-... plaatsen.
Geschikt voor een pleisterlaag tot
max. 15 mm.
13 Combiklemmenstrip uit de
verpakking van de module nemen,
ca. 45° naar links gedraaid op de
bevestigingsplaat centreren en met
een kwart slag met de wijzers van de
klok mee vastzetten, zodat de
klemmen-aanduidingen verticaal
boven elkaar leesbaar zijn.
14 Indien combiframes met
600 x 500 mm en groter toegepast
worden, ontstaat er in de
onderconstructie van het buiten-
frame een kruis. In dit kruis bevindt
zich een stelschroef met behulp
waarvan u deze onderconstructie
van het inbouwhuis kunt
stellen.Draai de stelschroef zover
naar binnen dat de onderconstructie
parallel is met het front.Hierdoor
wordt gegarandeerd dat het front
van de geplaatste module vlak ligt.
15 Aansluitleidingen strippen, op
onderkant van de behuizing
drukken, met behulp van kabel-
bevestigingsbeugel fixeren en de
installatie volgens het betreffende
schema aansluiten op de combi-
klemmenstrook.
16 Montageframe samen met
combiframe zo plaatsen dat het
afdichtingsprofiel van het combi-
frame beneden open is. Het
montageframe dient zodanig
geplaatst te worden dat het
afdichtingsfolie zich aan de boven-
en rechterrand bevindt.Bij meerdere
gekoppelde behuizingen moeten de
montageframes, bij horizontale
positie, altijd van beneden naar
boven worden aangebracht, zodat
het afdichtingsfolie van een lager
gelegen montageframe altijd
dakpangewijs onder dat van een
hoger aangebracht montageframe
ligt.Bij verticale inbouw dient er op
gelet te worden dat het folie aan de
zijkant onder het montageframe
ernaast zit. Montageframe met
lichte druk vastklikken in inbouw-
behuizing.
17 Combiframe samen met
montageframe tegen de wand
drukken en met de meegeleverde
snelsluitschroef in de inbouwbe-
huizing bevestigen door deze
schroef een kwart slag te draaien
(tot de aanslag).
9