De pomp loopt na een stroomstoring automatisch weer aan met de
laatst ingestelde capaciteit of blijft stilstaan wanneer deze daarvoor was
gestopt.
Het in- en uitschakelen van de pomp moet plaatsvinden via de hiervoor
bestemde stuurkabel (potentiaalvrije contacten). Dit kan worden
uitgevoerd via een BADU-logicabesturing, BADU OmniTronic of een klein
koppelrelais. Daardoor wordt de elektronica minder belast.
Overzicht van mogelijke bedrijfs- en storingsmeldingen
Wanneer een defect is opgetreden, schakelt de motor permanent uit. Een
uitzondering hierop is de storing: "Onderspanning". Hierna schakelt de
motor weer vanzelf in zodra de spanning gedurende ten minste 6 sec.
meer dan 209 V bedraagt.
Wanneer een storing is opgetreden, moet de installatie worden
losgekoppeld van de voeding. Zie hoofdstuk 2.2 van de originele
gebruiksaanwijzing "Normaal en zelfaanzuigende pompen met/zonder
kunststof lantaarn (AK)".
Fout-Nr. Omschrijving
E-01
Overspanning gelijkstroom tussencircuit
Onderspanning gelijkstroom tussencircuit (alleen signaal,
E-02
motor stop niet)
09|2020
Resetten:
Door gedurende ten minste 15 seconden op de
toets te drukken kan de motor worden gereset naar de
toestand bij levering. De motor stopt en de drie LED's
van het capaciteitsniveau gaan branden.
Het display van de besturing schakelt uit wanneer er
gedurende drie minuten niet op een toets is gedrukt,
tenzij een externe besturing b.v. elke minuut een
signaal naar de pomp stuurt.
-
NL 31